Cohen vraagt zich af waarom hij doelwit was
De Amsterdamse burgemeester Job Cohen vraagt zich af waarom ook hij een doelwit was van extremistische moslims. Dit blijkt uit de verklaring die hij heeft afgelegd in het onderzoek naar de leden van het vermeende terreurnetwerk, de zogenoemde Hofstadgroep.
Het openbaar ministerie (OM) beschuldigt de verdachten in deze zaak er van dat ze aanslagen in Nederland hebben beraamd en dat ze de Tweede–Kamerleden Hirsi Ali en Wilders en de Amsterdamse burgemeester en wethouder Aboutaleb met de dood hebben bedreigd.
Dinsdag vindt in dit onderzoek een pro forma zitting bij de rechtbank in Rotterdam plaats. Dan licht het landelijk parket van het OM onder meer de vorderingen van het onderzoek toe.
In de verklaring die de politie van Cohen heeft afgenomen, vraagt de burgemeester zich af of de dreiging aan zijn adres komt omdat hij joods is of omdat hij burgemeester van Amsterdam is. In zijn functie als burgervader heeft hij naar eigen zeggen nadrukkelijk meegedaan aan het integratiedebat. Maar Cohen benadrukt dat hij in die debatten juist nooit negatief over allochtonen is geweest. Cohen stelt verder dat hij zijn functioneren nooit heeft laten belemmeren door de bedreigingen tegen hem.
Woensdag heeft het OM in Middelburg nog een 40–jarige man uit Zierikzee aangehouden op verdenking van lidmaatschap van een terroristische organisatie en het aanzetten tot de gewapende strijd. Hij is ook verdachte in een parallel onderzoek dat te maken heeft met de strafzaak tegen de vermeende Hofstadleden.
De verdachten van het Zeeuwse onderzoek zouden het voortvluchtige Syrische lid van de Hofstad–organisatie Mohammed B. Al I. op 2 november hebben geholpen met zijn vlucht uit Nederland naar Syrië. Al I. wordt in sommige verklaringen neergezet als de geestelijk vader van de vermeende terreurgroep. De andere verdachten uit het Zeeuwse onderzoek zijn inmiddels op vrije voeten en worden vooralsnog alleen beschuldigd van mensenhandel.
De 20–jarige Bilal L. die de nationale recherche op 24 maart aanhield, is volgens het landelijk parket van het OM ook betrokken bij de Hofstadgroep, blijkt verder uit het dossier over dit netwerk. De rechtbank in Rotterdam veroordeelde deze Amsterdammer eerder dit jaar tot tien maanden cel, waarvan zes voorwaardelijk, voor het bedreigen van Geert Wilders.
De Algemene Inlichtingen– en Veiligheidsdienst (AIVD) constateerde in een ambtsbericht van 5 november 2004 overigens al dat L. in contact stond met de Syriër Al I. In een proces verbaal van de nationale recherche vorig jaar schrijft deze politiedienst dat L. toen al werd verdacht van het voorbereiden van aanslagen op de rosse buurt in Amsterdam en de Tweede Kamer. Voor die verdenkingen is hij nog niet berecht.