Oppositieleider Taiwan op bezoek in China
De Taiwanese oppositieleider Lien Chan is dinsdag aangekomen in de Chinese stad Nanking.
Het is voor het eerst dat een leider van de Nationalistische Partij China bezoekt sinds de nationalisten in 1949 de burgeroorlog met de communisten verloren en naar Taiwan vluchtten.
In Nanking, de voormalige hoofdstad van de nationalisten, brengt Lien een bezoek aan het graf van de oprichter van de Nationalistische Partij, Sun Yat Sen. Zowel de nationalisten als de communisten beschouwen hem als een held. Vervolgens reist Lien naar Peking, waar hij vrijdag president Hu Jintao ontmoet. Het is zestig jaar geleden dat er voor het laatst een ontmoeting plaatsvond tussen de leiders van de twee partijen.
De nationalisten en de communisten zijn de afgelopen jaren nader tot elkaar gekomen, als gevolg van hun gezamenlijke afkeer van de Taiwanese president Chen Shui-bian, die formele onafhankelijkheid van China nastreeft. China heeft meerdere malen gedreigd het eiland aan te vallen als het zich officieel onafhankelijk verklaart dan wel de herenigingsgesprekken afzegt. De communisten en de nationalisten willen dat China en Taiwan op termijn weer samengaan.
Op het vliegveld in Taipei, vlak voor Liens vertrek, braken gevechten uit tussen aanhangers en tegenstanders van Lien. Ze sloegen, trapten en duwden elkaar. Liens bezoek aan China wordt argwanend bekeken door veel Taiwanezen. Aanhangers van president Chen zeggen dat Lien zich laat gebruiken door China bij zijn pogingen om de Taiwanese president te isoleren. De regering dreigde Lien aan te klagen wegens verraad als hij een overeenkomst met China tekent zonder toestemming. Maar onlangs zei Chen dat Lien zijn bezoek kon gebruiken om „een steen in het water te gooien” waarmee de kansen op verzoening kunnen worden gepeild.