Kort weekje met belangrijke economische cijfers
Ondank een korte week met weinig handelsdagen op de beurs zijn er belangrijke ontwikkelingen te melden. Het consumentenvertrouwen en de inkoopmanagersindex in de VS zijn gedaald, terwijl de werkloosheid in de VS danig is opgelopen. De kwartaalcijfers van ABN Amro en Deutsche Bank waren beter dan verwacht, terwijl Randstad en Numico teleurstelden.
Koninginnedag kenmerkte zich door een zeer dunne handel. ABN Amro maakte maandag kwartaalcijfers bekend die iets beter waren dan verwacht. Hoger dan verwachte inkomsten (onder andere bij het Amerikaanse hypotheekbedrijf) waren reden voor een hoger dan verwachte winst.
Donderdag presenteerde Randstad de cijfers van het eerste kwartaal, die lager waren dan verwacht. De slechte marktsituatie in Duitsland vormt een groot probleem voor de uitzender: de verliezen houden aan en de omzetdaling neemt toe. Desondanks neemt Randstad het strategische besluit om zijn netwerk in Duitsland intact te houden. Voor de korte termijn zorgt dit voor druk op het operationeel resultaat van het bedrijf.
De cijfers van Dutch/Shell donderdag waren conform de verwachtingen. De oliereus gaat door met het inkopen van eigen aandelen en zal naar verwachting dit jaar voor nog circa 1 miljard dollar aan eigen aandelen inkopen.
Vrijdag stelde Numico teleur met kwartaalcijfers. Positief was de omzetdaling van de vitamine- en kruidentak in de VS. De omzetgroei bij de ’traditionele’ Numico-activiteiten viel echter tegen. Het bedrijf gaf aan in 2002 een lagere nettowinst voor afschrijving van goodwill te verwachten dan in 2001. Het aandeel daalde meer dan 5 procent na de berichten.
Dinsdag publiceert Aegon zijn resultaten van het eerst kwartaal. Stroeve taxeert een nettowinst van 616 miljoen euro (2001: 535 miljoen). Deze taxatie ligt duidelijk boven de prognose van Aegon zelf: de verzekeraar verwacht namelijk over geheel 2002 een winst per aandeel die ten minste gelijk is aan het niveau van 2001 (1,76 euro).
Macro-economisch gezien begon de week maandag met cijfers betreffende de gezinsinkomens en -uitgaven in de VS in maart. Beide indicatoren stegen conform de marktverwachting, na de voorgaande maand te zijn toegenomen. Tijdens de voorbije periode van economische zwakte vertoonden de uitgaven een sterkere ontwikkeling dan de inkomens, met een daling van de besparingen tot gevolg. Dit was een van de factoren die de Amerikaanse economie behoedden voor een diepe(re) recessie.
Op de lange termijn is een dergelijke ontwikkeling natuurlijk niet vol tehouden. Ondanks de verbeterende economische vooruitzichten en een op termijn ook weer verbeterende arbeidsmarkt zal de particuliere consumptie de rest van het jaar daarom een minder sterke bijdrage leveren aan de economische groei dan in het eerste kwartaal het geval was.
Nederland vierde dinsdag Koninginnedag, maar elders verschenen belangrijke macrocijfers. De consumentenprijzen in de eurozone stegen in april. Hiermee komt de inflatie dicht bij de 2-procentbovengrens van de doelstellingszone van de ECB, maar president Duisenberg toonde zich één dag later niettemin slechts matig tevreden over de prijsontwikkeling in het EMU-gebied.
Ondertussen zijn echter nieuwe bedreigingen voor de prijsstabiliteit in beeld gekomen vanuit de ontwikkeling van de olieprijs en de lonen. In Duitsland heeft de toonaangevendevakbond IG Metall besloten tot stakingen in twee deelstaten om niet-gehonoreerde looneisen kracht bij te zetten. Vooralsnog is echter slechts sprake van risico’s en niet van een oplopende inflatie, reden waarom de ECB donderdag de rentetarieven ongewijzigd liet. Eveneens op dinsdag bleek dat het consumentenvertrouwen in de VS in april was gedaald. Samen met de woensdag bekendgemaakte daling van de belangrijke inkoopmanagersindex bevestigde dit de verwachting van Stroeve dat de Amerikaanse economie het komend halfjaar in een duidelijk lagertempo zal groeien dan in het eerste kwartaal.
De eerste interessante macrocijfers komen deze week op dinsdag uit. ’s Morgens staan de Duitse werkloosheid en fabrieksorders op de agenda. Na een sterke toename in januari was in februari en maart sprake van een daling van het aantal werklozen, ondanks de nog steeds zwakke conjunctuur bij onze oosterburen. Verklaring hiervoor was het relatief zachte winterweer en het uit de statistieken verwijderen van werklozen die niet actief op zoek waren naar een baan. Voor april verwacht Stroeve -anders dan de consensusverwachting- een lichte stijging van het aantal werklozen en een niet of nauwelijks oplopend werkloosheidspercentage. De fabrieksorders zijn in maart waarschijnlijk sterk opgelopen. Met name de exportorders deden het goed.
Rond het middaguur geeft de Europese Commissie een nieuwe inschatting voor de economische groei in de eurozone in het tweede kwartaal.
Woensdag worden in een drietal landen de industriële productiecijfers bekendgemaakt. Voor zowel het Verenigd Koninkrijk als voor Duitsland wordt een stijging verwacht, voor de Nederlandse industrie ontbreekt een consensusverwachting, maar de kans is groot dat ook hier de productie toenam.
Voor de Japanse leading indicator, die donderdag uitkomt, wordt door de financiële markten een (sterke) stijging naar 68,4 procent in maart verwacht. Dit zou de derde achtereenvolgende maand zijn dat de index boven de 50 procent ligt, een signaal dat ook voor deze door vele problemen geplaagde economie het einde van de recessie nadert.
Deze rubriek komt tot stand in samenwerking met Effectenbank Stroeve.