Het waren vooral toekomstplannen waarmee beide leiders zich bezighielden tijdens de ontvangst van de Saudische leider op de ranch van president Bush in Crawford, Texas.

Bush en kroonprins Abdullah bespraken daar diverse problemen, zoals het vredesproces in het Midden-Oosten en de strijd tegen het terrorisme. Het belangrijkste punt op de agenda was echter de olieproductie en daaraan gekoppeld de olieprijs. De prijs voor olie en benzine is het laatste jaar gestaag omhooggegaan in de VS. Dat heeft negatieve consequenties voor de economie en dat betekent lagere waarderingscijfers voor de Amerikaanse president.

Prins Abdullah besprak met zijn gastheer het Saudische plan om de olieproductie de komende jaren langzaam op te voeren. Saudi-Arabië produceert op dit moment 9,5 miljoen vaten ruwe olie per dag. Het land zou 10,8 miljoen ruwe vaten olie kunnen produceren. Riyad wil nu 50 miljard dollar investeren om de productie tegen 2009 op te voeren tot 12,5 miljoen vaten ruwe olie per dag. In de daarop volgende tien jaar zou de productie dan verder opgevoerd worden tot 15 miljoen vaten ruwe olie per dag.

Dat betekent echter nog geen verlichting voor de Amerikaanse markt. Die wordt namelijk vooral geconfronteerd met de gevolgen van te weinig raffinagecapaciteit. „Het klinkt geruststellend dat wij op termijn meer olie uit Saudi-Arabië mogen verwachten, maar dat helpt weinig als wij onze raffinagecapaciteit niet uitbreiden. Dat is de taak van de oliemaatschappijen en die eisen van Washington meer financiële aanmoedigingen voor zulke kostbare investeringen. Zolang daar geen zicht op is, zal er dus weinig veranderen aan onze stijgende energieprijzen”, aldus olieanalist Robert Ebel van het Center for Strategic and International Studies in Washington.