Nadia van de Ven werd in oktober 2002 in haar woning in Utrecht doodgeschoten. F., zoon van de eigenaar van het betreffende pand, zou een machinepistool op haar hoofd hebben gezet en minstens vijf kogels hebben afgevuurd. Aan de moord zou een ruzie over een wasmachine zijn voorafgegaan. Anton Bussing werd in november 1995 in zijn auto in zijn woonplaats Ede doodgeschoten. De rechtbank sprak van „gruwelijke moorden" en noemde F. „gewetenloos".

Vastgesteld is dat beide moorden met hetzelfde wapen zijn gepleegd. Bovendien vond de politie na de moord op Van de Ven soortgelijke munitie als waarmee Bussing van het leven is beroofd. F. heeft altijd ontkend iets met de misdrijven te maken te hebben. Na de moord op Van de Ven vluchtte hij niettemin naar Polen, om uiteindelijk in Gouda te worden opgepakt.

F. frustreerde een gedragskundig onderzoek in de justitiële observatiekliniek, het Pieter Baan Centrum (PBC). Hij verschool zich daarbij dagenlang onder dekens in zijn cel, die hij ook niet wenste te verlaten voor een maaltijd of douchebeurt. De deskundigen stelden wel vast dat de man lijdt aan een psychische stoornis, maar konden geen uitspraak doen over de vraag of de moorden F. geheel of gedeeltelijk kunnen worden toegerekend.

F. heeft beweerd dat hij een dag na de moord op Van de Ven in een bos is ontwaakt uit een verdoving. Onduidelijk is gebleven hoe hij daar zou zijn terechtgekomen. Een onbekend gebleven derde zou F. voor de moord op Van de Ven hebben willen laten opdraaien.