Taxichauffeurs eisen enquête bij TCA
Ongeveer 300 Amsterdamse taxichauffeurs dienden gisteren voor de ondernemingskamer van het gerechtshof in de hoofdstad een verzoek in om een enquête bij hun taxicentrale TCA te houden.
Zij willen een extern onderzoek naar de handel en wandel van het bestuur in de afgelopen jaren. Daarbij moet onder andere duidelijk worden waar het door de chauffeurs gespaarde geld is gebleven. Het zou gaan om zo’n 12 miljoen oude guldens.
De gang naar de ondernemingskamer is de jongste actie van de chauffeurs in een al jaren woedende oorlog tussen opstandige taxirijders en directeur D. Grijpink en de bestuursleden G. van Gelderen en H. Janmaat van de Stichting Administratiekantoor Taxicentrale Amsterdam. De rijders beschuldigen de top van TCA van belangenverstrengeling, gedwongen winkelnering, mistige financiële verslaggeving, zelfverrijking en willekeur. „TCA is wetgever, rechter en beul tegelijk”, zo omschreef de raadsvrouw van de chauffeurs de positie van de top van TCA donderdag.
Een afgeladen rechtszaal hield zich donderdag tamelijk rustig. Dat was in het verleden wel eens anders. Eerder deze maand moest de politie bij een vergadering van taxirijders ingrijpen, toen de bijeenkomst uit de hand liep.
De rechter vroeg zich af waarom de chauffeurs niet eerder naar de ondernemingskamer waren gestapt. Het antwoord was kort: angst. De oppositie bij TCA zegt al jaren dat er sprake is van intimidatie en geweld. Het doorvragen van de meervoudige kamer naar het spaargeld leverde ook na het inschakelen van de huisaccountant geen duidelijke informatie op.
Volgens de opstandige rijders zijn er zo veel twijfels over de gang van zaken bij TCA dat een enquête onvermijdelijk is. De chauffeurs willen dat de ondernemingskamer het bestuur van het administratiekantoor tijdens een mogelijk onderzoek buitenspel zet.
Volgens de TCA-top is er niets aan de hand. Een onderzoek zou dan ook niet nodig zijn, temeer gezien de vele onderzoeken in het verleden. De TCA vindt ook dat zijn imago ten onrechte steeds meer beschadigd raakt door publiciteit rond de zaak.
Tegen Grijpink, Janmaat en Van Gelderen loopt al drie jaar een strafrechtelijk onderzoek. Het OM verdenkt hen van lidmaatschap van een criminele organisatie, aanzetting tot geweld, oplichting en belastingontduiking.