Buitenland

Berlusconi gaat voor nieuw contract met Italië

Eindelijk kwam het woensdag in Rome weer eens tot echte melodramatische ”storia Italiana”, nu Italiës politieke paus Silvio Berlusconi aftrad na wekenlange spanningen in zijn regeringscoalitie. Hij was de langstzittende premier van Italië na de Tweede Wereldoorlog en wilde zijn vijfjarige mandaat in één keer uitzitten. „Je kunt niet altijd krijgen wat je wilt”, zei hij. Het lijkt slechts om een formele stap te gaan. Berlusconi wil de weg vrijmaken voor de vorming van een nieuw kabinet onder zijn leiding.

Marie van Beijnum
21 April 2005 10:21Gewijzigd op 14 November 2020 02:28

Berlusconi gebruikte een oude truc uit de doos van het complexe Italiaanse politieke systeem: aftreden en snel een nieuwe regering vormen.

Hij kon niet anders dan aftreden. De 68-jarige Berlusconi stond onder zware druk na een reeks nederlagen bij regionale verkiezingen, begin april. Berlusconi’s regeringspartners weten dat vooral aan de kwakkelende economie en het trage decentraliseringsproces.

Berlusconi’s politieke bondgenoten eisten daarop flinke koerswijzigingen. Die eisen kwamen vooral van de christen-democratische UDC, de enige coalitiepartij die bij de verkiezingen lichte winst boekte. Berlusconi probeerde eerder deze week nog UDC-voorman Marco Follini te lijmen om door te gaan.

Hij slaagde er niet in tot een oplossing te komen, waarop de christen-democraten boos de coalitie verlieten. Ook Berlusconi’s belangrijkste coalitiepartner, de Nationale Alliantie (AN) van vice-premier en minister van Buitenlandse Zaken Gianfanco Fini, dreigde weg te gaan, maar het lijkt er nu toch op dat de partij deel zal blijven uitmaken van een nieuwe regeringsploeg onder leiding van Berlusconi. De andere coalitiepartner, Lega Nord, bleef de premier eveneens trouw.

Begin 1994 bedacht Berlusconi dat hij zijn land wel kon vlottrekken uit de politieke impasse waarin het verkeerde na de veelbesproken ”Operatie Schone Handen”. Het oude systeem was weggevaagd en het veld lag open voor nieuwe politici. Berlusconi deed zijn intrede in de politiek als leider van Forza Italia (Hup Italië). Deze naam had hij, als voorzitter van AC Milan, ontleend aan het taalgebruik van voetbalsupporters. Forza Italia was in die dagen eerder een populistische beweging dan een heuse partij.

Italianen vonden het prachtig dat hun ondernemer met een jacht, de allure van een filmster en met een voorbeeldig gezin zich opwierp als de redder van de natie, die zonder enig eigenbelang de politiek inging. Hij zou hen werk geven, belastingvermindering bewerkstelligen en ongetwijfeld korte metten maken met de bureaucratie.

Berlusconi gaf de Italianen het berlusconisme - het verschijnsel dat de premier alles verschaft wat de gewone westerling wenst: een huis met koelkast, flatscreen en dvd, geld om naar de supermarkt te rennen, krantje en diverse televisiekanalen. Niet ongebruikelijk in Italië, ware het niet dat Berlusconi zelf de grote facilitator van dit alles was. Hij bezat begin jaren negentig de drie grootste commerciële televisiestations, de grootste uitgeverij en het op een na grootste opinieweekblad van Italië. Daarmee was hij de invloedrijkste man van Italië.

Een belangrijke reden om de politiek in te gaan was dat hij zijn zakenimperium en dan vooral de televisiezenders wilde veiligstellen. Hij vreesde een wet die hem een of meer zenders zou ontnemen. Forza Italia, dat een coalitie met de postfascistische Nationale Alliantie en de federalistische Lega Nord was aangegaan, won de verkiezingen. Silvio Berlusconi werd in april 1994 premier van Italië.

Hij merkte al snel dat het in de politiek anders toeging dan in het bedrijfsleven. Vooral de grillige leider van de extreem rechtse Lega Nord, Umberto Bossi, maakte hem het leven zuur. In december 1994 kwam het einde, toen de Lega Nord, die opkomt voor het rijke noorden van Italië, zich uit de coalitie terugtrok. Nadat hij in 1996 de verkiezingen tegen de Olijfboom-coalitie van de partijloze econoom Romano Prodi had verloren, begon Berlusconi een „barre tocht door de woestijn”, zoals hij het zelf heeft genoemd.

In 2001 deed Berlusconi, die tot dan toe tot de oppositiebanken was veroordeeld, opnieuw een gooi naar de macht. Tijdens de campagne kreeg hij een storm van kritiek te verduren. In de pers deed men een boekje open over de zakelijke belangen van de kandidaat-premier en de processen wegens onder meer omkoping van politici, belastingambtenaren en rechters waarin hij verwikkeld was geweest. Inderdaad werd Berlusconi in die tijd achtervolgd door ten minste drie affaires.

Maar ”Il Cavaliere” of de Zwarte Ridder, zoals hij ook wel wordt genoemd, ontkende categorisch alle beschuldigingen. Hij gaf de Italianen de verzekering dat hij zijn zakenbelangen in een stichting zou onderbrengen waarin hij geen zeggenschap meer zou hebben. Door een flitsende campagne wist Berlusconi de verkiezingen toch te winnen.

Eenmaal aan de macht wist Berlusconi al snel een wet aangenomen te krijgen die bepaalde dat hoogwaardigheidsbekleders, in het bijzonder hijzelf als premier, immuun voor vervolging zijn zolang ze hun post bekleden. Later werd deze wet ongrondwettelijk verklaard. Het proces tegen hem ging daarna weer verder.

In juli 2003 verscheen hij weer voor de rechtbank omdat hij een rechter zou hebben proberen om te kopen. Toch slaagden zijn raadslieden er tot nu toe in de procesgang zo lang mogelijk te rekken en een veroordeling te voorkomen. In juli 2003 garandeerde een nieuwe wet Berlusconi juridische immuniteit zolang hij premier van Italië is. De wet was een persoonlijk initiatief van hem.

Berlusconi deed de afgelopen jaren meermalen een aantal controversiële uitspraken. Twee dagen na de aanslagen in New York en Washington op 11 september 2001, zei Berlusconi: „We moeten ons bewust zijn van de superioriteit van onze beschaving, met zijn normen en waarden, welvaart voor de mensen, respect voor mensenrechten en godsdienstvrijheid. Dat respect bestaat zeker niet in de islamitische wereld.”

Begin juli 2003, tijdens de eerste vergadering van het Europees Parlement onder Italiaans voorzitterschap, veroorzaakte hij een rel door de Duitse europarlementariër Schulz toe te bijten dat die geknipt zou zijn voor de rol van Kapo (kampbewaarder) in een nieuwe Italiaanse film over een nazi-concentratiekamp.

Het merendeel van de Italianen wil Berlusconi niet missen. Zo verguisd als hij is in Europa, zo geliefd is Berlusconi in Italië zelf. Vooral onder de kleine ondernemers geniet hij veel aanhang en voor hen begon hij zijn eigen Operatie Schone Handen. Het is deze groep die het eerst voordeel plukte van regeringsmaatregelen zoals een generaal pardon voor knoeien met belastingwetten en illegale bouwpraktijken.

Aan het echte regeren is Berlusconi nog niet toegekomen. Want op het gebied van hervormingen deed hij niets anders dan pappen en nathouden, zonder ook maar enig beleid te formuleren. Zo moet Italië eerst aan de slag met de hervorming van het pensioenstelsel en de illegale immigratie.

Nieuwe problemen liggen op de loer. Want hoewel regeringspartij Lega Nord zich donderdag gedeisd houdt, kan dat vrijdag anders zijn. Deze recalcitrante club streeft juist naar grotere autonomie voor de regio’s. Berlusconi is altijd gegaan voor de eenheid van het land.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer