Dat vindt dr. J. Hoek, hervormd predikant en docent aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE). Hij gaf zijn mening over profetie in de vorm van veertien stellingen tijdens de woensdag gehouden studiedag ”Profetie anno Domini 2005” in het gebouw van de CHE. De bijeenkomst was georganiseerd naar aanleiding van het emeritaat van drs. C. Blenk, in februari van dit jaar. Ds. Blenk kreeg toen een vriendenboek, dat heette ”Profetisch geïnspireerd.” De emeritus predikant, die inmiddels van Delft verhuisd is naar Lienden, gaf zelf een reactie op de inhoud van het boek.

Dr. Hoek noemt profetie „een door de Heilige Geest geïnspireerd spreken ter stichting, vermaning en bemoediging.”

Hij meent dat de christelijke kerk de gaven van de Geest vaak veronachtzaamd heeft en vindt het jammer dat de gereformeerde geloofsleer over het algemeen huiverig staat tegenover de profetie als actuele gave in de gemeente van Christus. Volgens hem beperkt het Nieuwe Testament de geldigheid van de charismata nergens.

Iedere gelovige die zich ervoor openstelt, aldus dr. Hoek, zou een profetie kunnen krijgen. „Waarmee niet gezegd is dat zo iemand ook direct een profeet is. Dat gebeurt als de gave van de profetie uitgroeit tot een door de gemeente erkende bediening van de profetie. De profetie wordt wel gereguleerd, maar niet ingesnoerd door het ambt. Er zijn profetische bedieningen en gaven buiten het ambt.”

Het is niet gezegd dat elke profetie voor 100 procent waar is. „Het gaat niet om boodschappen die zo letterlijk op onfeilbare wijze van Godswege doorgegeven zijn. In een profetie kunnen waarheidselementen met menselijke vergissingen en verkeerde toepassingen gemengd zijn. Actuele profetie is dan ook ondergeschikt aan en wordt genormeerd door het geopenbaarde Woord van God.”

Het is van belang om de profetie te kunnen onderscheiden. Hiervoor dienen, aldus de predikant, in de gemeente toetsingscriteria ontwikkeld te worden. „Voor het maken van beleid is inzicht in de waarheid even nodig als oog voor de werkelijkheid”, meent dr. Hoek.

Dr. C. A. van der Sluijs, hervormd emeritus predikant te Veenendaal, vreest voor een uit elkaar halen van Woord en Geest. Hij baseert zich daarbij op de Reformatie en zei woensdag dat Luther vuurbang was voor een beroep op het ”innerlijk licht” van de wederdopers. „Het sola Scriptura is zeer bewust niet aangevuld met een ”solo Spiritu”. Wanneer men meent dat de theologie van de Reformatie aanvulling behoeft met het oog op de leer van de Heilige Geest en wel met een beroep op het ”tota Scriptura”, ten aanzien waarvan de Reformatie in gebreke zou zijn gebleven, dan zet men een uiterst gevaarlijke ontwikkeling in gang. Ik meen dat die ontwikkeling duidelijk te signaleren is. Als je dat wilt doen, moet je wijzer zijn dan Luther en Calvijn.”

Dr. Van der Sluijs is bang voor geestdrijverij, maar ontkent de gave van de profetie niet. „Profetische prediking inspireert tot profetie in de gemeente door gemeenteleden. De profetie blijft echter wel onder de beheersing en de toetsing dan wel de tuchtwerking van de prediking staan. Als het opzicht weg is, is de weg vrij voor geestdrijverij.”

Onder studenten is op dit moment veel belangstelling voor de gave van profetie, zei drs. J. Overeem, stafmedewerker van bijbelschool De Wittenberg in Zeist, die een inleiding hield over ”Profetie in het Nieuwe Testament”. Hij vertelde over een studente die naar hem toekwam met de mededeling dat ze een profetie had ontvangen. Hem had vooral de manier waarop het gebeurd was, getroffen: een kort gesprek, in alle rust, volstrekt gewoon, geen dweperij, geen overdreven emoties en geen gemanipuleer.

In een reactie op de bijdragen in zijn boek vroeg ds. Blenk zich af of het vuur van de profetie geblust is door de vrees voor doperse elementen. „Profetie is een gave en opgave voor iedere christen. Voor de Eerste Wereldoorlog wisten oud gereformeerde christenen dat Nederland gespaard zou blijven. Waar zijn zulke christenen? We zitten erom te springen!”