Vaker melding van euthanasie
Artsen hebben in 2004 vaker melding gemaakt van euthanasie en hulp bij zelfdoding. De vijf regionale toetsingscommissies, die moeten beoordelen of artsen zorgvuldig hebben gehandeld, kregen in 2004 1886 meldingen. Een jaar eerder waren dat er nog 1815.
In het jaarverslag van de toetsingscommissies, dat donderdag is verschenen, staat dat het in 1714 gevallen ging om euthanasie, 141 keer hielpen artsen bij zelfdoding en 31 keer betrof het een combinatie van beide. De meeste mensen die dood wilden, leden aan kanker.
De toetsingscommissies kwamen viermaal tot het oordeel dat een arts de regels niet had gevolgd. Deze zaken belandden bij het openbaar ministerie (OM) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
Artsen mogen alleen euthanasie toepassen bij uitzichtloos en ondraaglijk lijden en als ze nog een andere arts hebben geraadpleegd. Sinds 1 april 2002 bekijken de toetsingscommissies of artsen deze regels in acht hebben genomen. Deze commissies bestaan uit een jurist, een arts en een ethicus. Vroeger toetste het OM gevallen van euthanasie of hulp bij zelfdoding.
Meestal (1530 keer) vond de levensbeëindiging thuis plaats, in 177 gevallen gebeurde het in een ziekenhuis, in 65 gevallen in een verpleeghuis, 62 maal in een verzorgingstehuis en 52 keer elders, bijvoorbeeld bij familie.