„Natuurclub moet meer gebieden kopen”
De Vereniging Natuurmonumenten moet meer nieuwe natuurgebieden kopen. Want dat is ook in de toekomst „hét middel” om kwetsbare natuur veilig te stellen en te beschermen tegen de oprukkende steden.
Dat stelde de commissie Toekomst Natuurbescherming dinsdagochtend tijdens het voorjaarsforum van het honderdjarige Natuurmonumenten in Utrecht. „Ondanks alle zekerheden en onzekerheden over de toekomst is één ding duidelijk: de kwaliteit van natuur en landschap is in Nederland nooit vanzelfsprekend”, verklaarde voorzitter B. van de Klundert van de commissie.
Om natuur in Nederland te beschermen staan eigendom en beheer van (nieuwe) gebieden wat de adviescommissie betreft voorop. De ervaring leert immers dat die aanpak werkt. Natuurmonumenten is erin geslaagd op die manier 363 natuurgebieden, gezamenlijk ruim 90.000 hectare groot, te behoeden voor de komst van woningen, bedrijventerreinen en wegen.
De jubilerende vereniging heeft in de ogen van de adviescommissie echter meer te doen. De organisatie moet „de stem van de natuur” zijn in het politieke debat en „met lef zoeken naar nieuwe samenwerkingsverbanden.”
Daarbij mag de vereniging ook best wat meer over de landsgrenzen kijken, vindt de commissie van Van de Klundert. Omdat Europa steeds belangrijker wordt op het gebied van natuurbescherming en -beheer adviseert hij Natuurmonumenten zich ook op dat vlak meer te manifesteren.
Die internationale benadering kiest ook de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN) in zijn toekomstbeeld. Natte natuur wordt in Europa steeds zeldzamer. Bescherming van die gebieden, die bijvoorbeeld in het Groene Hart steeds meer in de verdrukking dreigen te komen, moet voorrang krijgen, aldus de jeugdbond dinsdagochtend.