In memoriam prof. mr. A. K. Koekkoek
Nederland is een hartstochtelijk verdediger van de vrijheid van onderwijs armer. Maandagavond overleed op 60-jarige leeftijd CDA-senator prof. mr. A. K. Koekkoek.
In het dagelijks leven was Koekkoek hoogleraar staats- en bestuursrecht aan de Universiteit van Tilburg. Hij oefende deze functie uit sinds 1981. Hij ontwikkelde zich tot het staatsrechtgeweten in politiek en samenleving.
De vrijheid van onderwijs en alles wat daarmee samenhangt had zijn bijzondere voorliefde. Zijn deskundigheid op dit terrein werd door vriend en vijand geroemd. Als hem om commentaar werd gevraagd op algemene ontwikkelingen, nam hij daar graag de tijd voor. Hij gaf wijze en doordachte antwoorden op gestelde vragen.
Begin jaren negentig kwam het CDA steeds meer in beeld. Dat leidde ertoe dat hij in 1994 in de Tweede Kamer kwam. Dat was ten tijde van het eerste paarse kabinet. Koekkoek kreeg toen onderwijs in zijn portefeuille. Zijn zachtaardige karakter maakte hem niet geschikt voor het voeren van oppositie. In 1998 keerde hij terug naar de universiteit.
In 2003 deed hij opnieuw zijn intrede op het Binnenhof, nu als lid van de Eerste Kamer. Daar was de hoogleraar beter op zijn plaats. Lang heeft de Senaat niet van zijn kennis kunnen profiteren. In het najaar van 2004 werd een ernstige ziekte bij hem geconstateerd. Aan de gevolgen daarvan is hij maandagavond overleden.
De Senaat heeft de vergadering voor dinsdag afgelast. Er zou juist een debat worden gevoerd over de kwaliteit van het onderwijs, een onderwerp dat Koekkoek na aan het hart lag.
Koekkoek werd in 1945 geboren in het Brabantse Willemstad. Hij groeide op in een ARP-milieu. Direct na zijn studie rechten ging hij aan de slag bij de toenmalige Katholieke Hogeschool in Tilburg, de tegenwoordige universiteit. Zijn politieke carrière begon in de gemeenteraad van Tilburg.
Koekkoek wist niet alleen veel van staats- en bestuursrecht, maar hield zich ook bezig met het beleidsterrein van justitie. Hij maakte deel uit van de parlementaire enquêtecommissie opsporingsmethoden.