Degenen die niet horen willen als God hen roept, zal God ook niet horen als zij tot Hem roepen. Het zijn zij, die naar de Heere niet luisteren willen wanneer Hij hen roept door de dienst van Zijn Woord en de stem van Zijn Geest. De Heere zal hen ook niet horen wanneer zij in hun benauwdheid tot Hem zullen roepen. Zo handelde de Heere met het volk in de tijd van Ezechiël. De Heere riep hen tot bekering en gehoorzaamheid, doch als zij zich daarvan niets aantrokken en de tijd van de bekering verzuimden, zie eens hoe God dan met hen handelt (Ezechiël 8:18): „Hoewel zij voor Mijn oren met luider stem roepen, nochtans zal Ik hen niet horen.”Zij hadden een tijd waarin de Heere zich over hen ontfermde en hun Zijn genade en barmhartigheid aanbood. Maar toen zij deze tijd verzuimden en de aangeboden genade tegenstonden, nam God Zich voor dat zij dat nooit wederom zouden genieten. Er was een tijd geweest waarin de Heere zich over hen ontfermde, maar nu zal Hij dat niet meer doen. Vijfentwintig jaar heeft Hij tot hen geroepen, maar omdat zij zich daarom niet bekommerden, zegt de Heere nu: „Ik zal Efraïm niet meer beminnen.”

Kies dan heden, geliefden. Er is tweeërlei dag, een witte en een zwarte. Een dag van zaligheid en een dag van verdoemenis.

W. Fenner, predikant te Rochford (Het grote gevaar van uitstel der bekering, 1661)