Van een standaardrichtlijn is volgens Van de Pol geen sprake. „Als er al iets op papier staat, is dat zeker niet uitgekristalliseerd.”

Na het familiedrama van afgelopen zaterdag in Hilversum, waarbij een politieman met zijn dienstwapen zijn vrouw, zijn drie kinderen en vervolgens zichzelf om het leven bracht, ontstond onduidelijkheid omtrent het privé-bezit van dienstwapens.

Een woordvoerder van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) liet zondag weten dat op een kleine uitzonderingsgroep na elke agent zijn dienstwapen in een kluis op het werk dient op te bergen. Hij zei daarbij dat de agenten die het vanwege hun rang mee naar huis mogen nemen, het daar in een kluis dienen te bewaren.

Van de Pol sluit niet uit dat bepaalde korpsen een dergelijke richtlijn als vuistregel hanteren. Maar van een officiële regel is geen sprake, benadrukt hij.

Geen van de betrokken instanties voelt ervoor de regelgeving naar aanleiding van het drama verder aan te scherpen of te standaardiseren. Het KLPD zegt geen reden te zien de lijn die korpsen op dit moment volgen „in twijfel te trekken.” Woordvoerder Van de Pol van de Nederlandse Politiebond benadrukt dat het risico dat een agent zijn dienstwapen misbruikt altijd blijft bestaan. „Desnoods in diensttijd. Geen enkele richtlijn kan dat voorkomen.”

Het Nederlands Politie Instituut (NPI) laat via een woordvoerder weten elke discussie die op dit moment over het gezinsdrama wordt gevoerd „onkies” te vinden. „Wat ons betreft is het nu zaak de nabestaanden zo veel mogelijk af te schermen van welke discussie ook.”