Aanwijzingen tegen Irak steeds sterker
Westerse inlichtingendiensten krijgen steeds meer aanwijzingen dat Irak wel degelijk te maken heeft gehad met de aanslagen in de VS in september. Dit heeft het Britse dagblad The Observer gisteren gemeld onder meer op basis van verklaringen van uitgeweken Iraakse militairen.
Er zouden in Irak al geruime tijd terroristen worden opgeleid, onder meer met behulp van een geparkeerde Boeing 707. Daar hebben radicaal islamitische leerling-terroristen geoefend om een vliegtuig met wat mesjes in hun macht te krijgen.
Bekend was dat de vermoedelijke leider van de kamikazekapers van de 11e september, de Egyptenaar Mohammed Atta, in Praag een vooraanstaand lid van de Iraakse geheime dienst heeft ontmoet. Het wordt nu volgens The Observer duidelijk dat Atta de Iraakse agent meer dan eens heeft gesproken en daar lange reizen voor over had.
De CIA zou nu echter ook „geloofwaardige aanwijzingen” hebben dat ten minste twee van de andere kapers, Marwan al-Shehhi en Ziad Jarrah, eerder dit jaar contacten met Iraakse agenten hebben gehad, ergens buiten de VS.
Het van huis uit wereldlijke Iraakse regime van Saddam Hussein zou niet goed overweg kunnen met religieuze extremisten. Daarom is tot dusverre de eventuele rol van Irak gemarginaliseerd. Maar de Iraakse belangstelling voor terreurgroepen is volgens de gemelde aanwijzingen zonder aanziens des persoons.
Iraakse overlopers hebben gezegd dat bijvoorbeeld de 43-jarige kolonel Ahani graag contacten legde met fundamentalisten, bijvoorbeeld toen hij vermomd als soefigeestelijke een islamitische conferentie in Karachi bijwoonde.
Een Egyptische splintergroep, de inmiddels met Osama bin Ladens al-Qaida gefuseerde Islamitische Jihad, zou ook jarenlang contacten met Bagdad hebben onderhouden. De Iraakse ambassadeur in Turkije, Farouk Hijazi, is eind 1998 zelf naar Kandahar gegaan om met Bin Laden te spreken, aldus een lid van de Iraakse oppositie in ballingschap. Naar verluidt zou Irak Bin Laden politiek asiel hebben aangeboden, maar daar voelde de Saudische balling niet voor.
Bin Ladens al-Qaida wordt vooralsnog als de voornaamste academie voor terrorisme genoemd. Maar volgens uitgeweken Irakezen heeft Irak ook zo’n opleidingscentrum. Het bestaat al sinds het begin van de jaren negentig en heeft een uiterst geheime afdeling die direct onder gezag van Saddam Hussein valt. De overlopers spreken over een afgesloten afdeling van het voor de rest wel bij inlichtingendiensten bekende trainingskamp Salman Pak, ten zuiden van Bagdad.
Volgens een door The Observer geciteerde overgelopen Irakees was de training van religieuze extremisten een ramp. Hun leraren vonden dat ze veel laat thuiskwamen door de fratsen en gebedssessies van de buitenlandse zeloten. De leerlingen op deze speciale afdeling van Salman Pak waren allemaal buitenlanders.
Een van de hoogtepunten van de training was het kapen van een vliegtuig, een geparkeerde Boeing 707. Bij deze oefening moesten vrijwel onbewapende groepjes van vier of vijf man het vliegtuig in hun macht brengen.
Een voormalige ondervoorzitter van de VN-missie (Unscom) die de Iraakse bewapening in de gaten moest houden, Charles Duelfer, heeft het kampement Salman Pak meermalen bezocht, maar nooit de speciale afdeling. Op vragen over de geparkeerde Boeing antwoordden de Irakezen dat die was voor agenten die werden opgeleid voor antiterrorismetaken. „Het woord ”anti” wilde er bij mij meteen al niet in”, aldus Duelfer in The Observer.