Opinie

Passend of ongepast

14 April 2005 10:43Gewijzigd op 14 November 2020 02:26

Een van de treurige wapenfeiten van de paarse coalitie was het afschaffen van het bordeelverbod. Prostitutie werd daarmee in principe een legale bedrijfstak. De voorstanders van deze legalisatie hoopten op die manier bepaalde excessen als gedwongen prostitutie tegen te gaan.Maar wat in wezen abnormaal is, kan men door een aanpassing van de wetgeving niet tot een normaal verschijnsel maken. Prostitutie blijft overlast geven. De illegale prostitutie in allerlei vormen is zeker niet verdwenen.

Minderjarigen en vrouwen zonder verblijfsvergunning zijn daarbij op grote schaal betrokken. Het verschijnsel van de loverboys heeft ook duidelijk gemaakt dat de grens tussen dwang en vrijwilligheid niet altijd zo scherp te trekken is. Er kan ook een psychische afhankelijkheid bestaan.

Aan de andere kant blijkt de legalisatie van de prostitutie allerlei merkwaardige consequenties te hebben. Betekent dit nu dat arbeidsbureaus (Centra voor Werk en Inkomen heten die tegenwoordig) ook vacatures in deze sector moeten registreren? En, wat nog verder gaat, moet werk in de prostitutie voor bepaalde werkzoekenden beschouwd worden als passende arbeid?

Terecht worden werklozen tegenwoordig meer onder druk gezet om werk te zoeken en te accepteren. Ook al is de aangeboden baan niet hun eerste keus en ook niet waar ze speciaal voor opgeleid zijn, of wat ze voorheen gedaan hebben, toch kan er sprake zijn van passende arbeid. Wie daar nee op zegt, wordt gekort op zijn uitkering.

Maar het zou volstrekt verwerpelijk zijn om langs deze weg mensen de prostitutie in te sturen. Dat geldt ook voor vrouwen die vroeger in de prostitutie gezeten hebben, maar daar nu uitgestapt zijn en voortaan op een fatsoenlijke manier aan de kost willen komen.

Gisteren bleek dat een meerderheid van de Tweede Kamer grote bezwaren heeft tegen het standpunt van minister De Geus dat prostitutie in sommige gevallen voor werkzoekenden als passende arbeid kan worden beschouwd. Zelfs de woordvoerder van de VVD verbaasde zich hierover.

Onder druk hiervan zegde de minister toe dat hij aan uitkeringsinstanties en het CWI duidelijk zou maken dat er geen drang, dwang of sanctie mag worden toegepast op mensen die een aangeboden baan in de prostitutie weigeren. Maar vacatures in die sector verdwijnen niet uit de bestanden van het CWI, zoals het CDA, de ChristenUnie en de SGP gevraagd hadden.

Het is in ieder geval een gedeeltelijke verbetering, maar het maakt tevens duidelijk dat de legalisering van de prostitutie allerlei ongelukkige en onsmakelijke consequenties heeft. Minister De Geus, zelf lid van de Protestantse Kerk in Nederland, zou dat toch ook moeten vinden. Het is toch eigenlijk beschamend dat hij op dit punt door een VVD’er teruggefloten moet worden.

Het is niet het eerste voorbeeld dat aantoont hoe gemakkelijk mensen op hoge posten door de structuren waarbinnen ze moeten werken meegezogen worden in een richting die ze van huis uit toch eigenlijk niet willen. Onder druk daarvan kom je ertoe om dingen te verdedigen waarvan je weet dat ze helemaal niet in de haak zijn. Maar wat verkeerd is, blijft natuurlijk wel verkeerd.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer