Tot deze conclusie komen Israëlische geologen na onderzoek in twee druipsteengrotten in de buurt van Beith Shemesh, op een afstand van ongeveer 40 kilometer ten westen van de Dode Zee.

De Dode Zee maakt deel uit van de Syrisch-Afrikaanse Kloof, die zich uitstrekt van Afrika tot Syrië. Het gebied is berucht om zijn aardbevingen.

In het verre verleden hebben zich ten minste dertien zware aardbevingen voorgedaan met een kracht van 7,5 of meer op de schaal van Richter, aldus de geologen. Ze hebben echter geen bewijs aangetroffen dat in de afgelopen 4000 jaar een trilling van een dergelijke omvang heeft plaatsgehad.

De druipsteengrotten registreren de omstandigheden in het milieu. De doctoraal student Elisa Kagan en haar adviseur professor Amotz Agnon van het Instituut voor Aardwetenschappen van de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem ontdekten dat de omgevallen stalagmieten en stalactieten allemaal in de richting van het noorden naar het zuiden en van het oosten naar het westen vielen.

Met hulp van berekeningen trekken zij daaruit de conclusie dat er zich in de prehistorie in het Dode-Zeegebied extreem zware aardbevingen hebben voorgedaan.

Kagan onderzocht druipstenen waarop nieuwe druipstenen ontstonden. Geologen van de Geologische Inspectie hielpen met de datering. Op basis van het werk van Kagan en de Geologische Inspectie verschijnt deze maand een artikel in het tijdschrift Geology.