Kohlbrugge-dag in teken van erfgoed Groen en Aalders
De inmiddels 95-jarige dr. W. Aalders was zelf aanwezig tijdens de bespreking van zijn nieuwste boek ”Confiteor. Ik belijd” op de jaarlijkse bijeenkomst van de Vrienden van dr. H. F. Kohlbrugge, zaterdag in de Utrechtse Jacobikerk.
Kaarsrecht, met de armen over elkaar, stond de eminence grise van de christelijke cultuurkritiek achter de katheder, om met heldere stem zijn woord te doen.
Eind 2003 werd zijn voorlaatste boek gepresenteerd in de Westerkerk te Amsterdam. Het betrof het slot van een drieluik, ”Apocalyps en Evangelie”. Naar verwachting zou dit zijn laatste boek zijn, hoewel er ook toen al aanwezigen waren die rekenden op nóg een boek. Het werd ”Confiteor. Ik belijd”.
Dr. Aalders zei zaterdag dankbaar te zijn voor de bijeenkomsten van de ”Vrienden”. „Het is een generatie die afkomstig is van Groen van Prinsterer.”
De cultuurcriticus is van mening dat de wederkomst van Christus niet lang meer op zich zal laten wachten. „Er zijn tekenen genoeg die zeggen dat het niet ver meer zal zijn. Troost en bemoedigt elkaar.”
Voor hem had dr. H. Klink, voorzitter van de ”Vrienden”, ingezet met een profetie van Groen van Prinsterer, tegen het einde van diens leven. Groen profeteerde over „naties die ontwricht zullen zijn”, over „geesteloze individuen” en over de door hem verwachte doorwerking van moderne techniek en genotzucht.
„Dr. Aalders heeft het allemaal zien gebeuren”, zei dr. Klink, „en hij heeft gezocht naar antwoorden. We leven nu in een apocalyptische tijd, met een vervreemding van het christelijke verleden. De revolutie heeft kerk en staat tot in het hart geraakt. Waar gaat het heen?”
Op de vraag waar het heen móét, werpt de afbeelding op de omslag van ”Confiteor” nieuw licht. Die laat de Emmaüsgangers zien met bij hen de Opgestane met een stralenkrans rond Zijn hoofd. „De twee zijn hun oriëntatie kwijt, maar als Christus met hen spreekt, gebeurt er iets met hen, ze krijgen weer moed. Er zijn mensen die dit verhaal het mooiste uit de Bijbel vinden. Het is als het ware geschreven voor mensen in een apocalyptische tijd. Het gaat erom trouw te zijn, desnoods alleen.”
D. L. Aangeenbrug van uitgeverij Groen uit Heerenveen schetste de inhoud van het boek. „Het is bedoeld om de ogen te openen voor het grote perspectief van de gebeurtenissen. Het gaat om de tijdweeën van het barensproces van de wederkomst.” De diepgaande bezinning met een eschatologisch karakter zet in bij David, een „messiasfiguur op een keerpunt.” Het middendeel van het boek wordt beheerst door de persoon van Jezus Christus, met speciale aandacht voor de Bergrede als een ”nieuw testament”. Het slotgedeelte gaat over de duiding van de wereldgeschiedenis, met onder andere aandacht voor Luther en Groen van Prinsterer.
Prof. dr. O. J. de Jong, oud-leerling van dr. W. Aalders en emeritus hoogleraar kerkgeschiedenis van de Universiteit Utrecht, roemde de moed van zijn leermeester tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij refereerde over een woord „dat bij dr. Aalders in de schaduw blijft”, namelijk Pantocrator, dat Almachtige betekent.
Prof. dr. W. Balke, emeritus hoogleraar geschiedenis van de Reformatie aan de Vrije Universiteit, sprak ’s morgens over het gezag in de kerk bij Calvijn en bij Kohlbrugge. Hij haalde een beroemde zin van Augustinus aan, die zei: „Ik zou het Evangelie niet geloven, als mij het gezag van de Katholieke Kerk niet daartoe zou bewegen.” Prof. Balke: „Het pausdom is er niet voor teruggeschrokken om deze zin te misbruiken. Het gezag van de kerk werd gelijkgesteld aan het gezag van het roomse instituut, de curie in Rome, kortom: het gezag van de paus. In de laatste honderd jaar is, vooral met behulp van de massamedia, het gezag van de paus enorm toegenomen. De pas overleden paus heeft met onmiskenbaar talent en ook niet zonder enig raffinement de media bespeeld. Het past mr. Van Agt niet om de Koningin te kapittelen dat zij niet naar de begrafenis van de paus is gegaan. Een oud-minister hoort dat niet te doen. Zijn kritiek is ook inhoudelijk misplaatst, want de paus is geen staatshoofd.”
Volgens dr. Balke is het onjuist om te beweren dat Kohlbrugge in Elberfeld de weg der afscheiding heeft bewandeld. Balkes conclusie was dat „wij in navolging van Calvijn en Kohlbrugge, met alle protest tegen de episcopale regentenstructuur en de plurale vrijgeesterij van de Protestantse Kerk, toch ook onze bedenkingen hebben tegen een eigen kerkformatie. Wij behoren bijeen te blijven als zonen van hetzelfde huis en kinderen der Reformatie. De weg van een eigen kerkformatie heeft in de geschiedenis nog nimmer tot reformatie geleid.”