In de afgelopen vijf jaar is het aantal studenten Nederlands in het hoger onderwijs verdubbeld. Op de scholen in de deelstaat hebben 16.000 leerlingen les in de taal van hun buurland.

„De belangstelling is groot", zei prof. Friso Wielenga in een gesprek met het Duitse persbureau DPA. Wielenga is directeur van het centrum voor Nederland–studies in Münster. In die functie is hij belast met de betrekkingen tussen de hogeronderwijsinstellingen in de Beneluxlanden en Noord–Rijnland–Westfalen. „In meer dan 220 projecten werken instellingen voor hoger onderwijs in Nederland en hier samen". Ook zijn er de afgelopen jaren gezamenlijke leergangen ontwikkeld.

Zo zijn de universiteiten van Bonn en Wageningen onlangs met een gezamenlijk Engelstalig studieprogramma begonnen. Bij de samenwerking tussen de Duitse deelstaat en Nederland ligt de nadruk nu nog veel op natuurwetenschappen en technische vakken. „Wij hopen dat het toeneemt op het terrein van de geesteswetenschappen", zei Wielenga.

Wielenga meldde verder dat het aantal studenten dat in Münster Nederlandse taal en cultuur heeft gestudeerd, in totaal negenhonderd, twee tot driemaal zo hoog is als het totaal aantal studenten germanistiek in het Nederlands hoger onderwijs. Hij denkt dat het komt omdat Duits vaak wordt gezien als een moeilijke taal. Voor het door de universiteiten van Münster en Nijmegen aangeboden studieprogramma Duitsland–Nederland hebben zich driehonderd studenten ingeschreven, van wie slechts 10 procent uit Nederland komt, aldus Wielenga.