Slechts tijdelijke exploitatie Betuwelijn
De Betuweroute, de goederenspoorlijn die Rotterdam met Duitsland moet verbinden, geeft opnieuw kopzorgen. ProRail en het Rotterdams Havenbedrijf willen de lijn alleen exploiteren als de (financiële) risico’s beperkt blijven. Daarom heeft minister Peijs (Verkeer) ProRail opdracht gegeven voor een exploitatie voor een aanloopperiode van drie tot vijf jaar, kondigde ze vrijdag aan.
De spoorbeheerder en het havenbedrijf krijgen de mogelijkheid andere marktpartijen er bij te betrekken. Na de aanloopperiode zal de minister de exploitatie echt gaan aanbesteden. Op korte termijn worden daarom gesprekken gevoerd met Towrail, een consortium met onder meer Volker Wessels en Siemens Nederland, en eventuele andere geïnteresseerde partijen.
In een verklaring van ProRail en het havenbedrijf staat dat de minister heeft besloten dat commerciële exploitatie van de Betuweroute op dit moment prematuur is en dat zij heeft gekozen voor een tussenoplossing. De bedrijven kunnen zich daarin vinden, hoewel zij eind vorig jaar een businesscase of exploitatieplan indienden voor een periode van vijftien jaar.
In dat plan streefden zij naar een hoge mate van dekking van de exploitatielasten en het aantrekken van een groot vrachtvolume. Dat betekent volgens ProRail kiezen voor een concurrerend, realistisch tarief.
Volgens minister Peijs is het plan echter geen goede basis voor een langdurige concessie. Zij spreekt van „een aantal serieuze onzekerheden” rond de exploitatie in de eerste jaren na de openstelling van de lijn, voorzien in 2007. Die zijn technisch van aard, zoals het risico op kinderziektes bij het gebruik van nieuwe technologie en een tijdige aanpassing van materiaal van vervoerders hieraan.
Een andere onzekere factor is de bereidheid van de markt om substantieel hogere gebruiksvergoedingen te betalen terwijl de Betuweroute „zich nog moet bewijzen.”
Als de staat deze onzekerheden overdraagt aan een exploitant kost dat veel geld. ProRail en het havenbedrijf wilden slechts beperkt risico’s dragen. Conclusie was, aldus minister Peijs, dat het „niet opportuun is” langjarige afspraken te maken voor een kostendekkende exploitatie „met risico-overdracht.”
Verladersorganisatie EVO reageerde positief op het feit dat de minister de deur openhoudt voor andere commerciële partijen. Wil de Betuwelijn een aantrekkelijk alternatief zijn voor vervoer over weg, water en lucht, dan moet er een realistische, marktconforme prijs worden vastgesteld, aldus de EVO.
Het eerder genoemde Towrail beraadt zich dit weekeinde op verdere stappen. In tegenstelling tot ProRail denkt Towrail, aldus woordvoerder M. Van Asch van Wijck, wel in vijf jaar uit de rode cijfers te kunnen komen, „maar daar is een andere benadering voor nodig.”
De Betuwelijn is al langer een beladen project. De aanleg van de 160 kilometer lange verbinding pakte al veel duurder uit dan voorzien. Die tegenvallers leidden tot een parlementair onderzoek met geruchtmakende hoorzittingen over kostenoverschrijdingen bij megaprojecten, zoals ook de hogesnelheidslijn hsl-zuid.
Over ruim een week debatteert de Tweede Kamer met de meest betrokken ministers, onder wie ook minister Peijs, over de resultaten en aanbevelingen van dat onderzoek.