Kerk & religie

„PKN en HHK moeten niet bitter reageren”

Dr. B. Plaisier, scriba van de Protestantse Kerk in Nederland, heeft zowel de synodeleden van de PKN als de leden van de Hersteld Hervormde Kerk opgeroepen tot terughoudendheid in het reageren op elkaar. „We moeten niet bitter zijn, dat mag niet.”

Kerkredactie
8 April 2005 19:27Gewijzigd op 14 November 2020 02:25

Ds. M. D. van der Giessen (Boskoop) vroeg het moderamen tijdens de rondvraag van de generale synode die donderdag en vrijdag gehouden werd in Dalfsen of er kennis was genomen van uitlatingen van de voormalige scriba van de Hersteld Hervormde Kerk, ds. R. van Kooten, in een afscheidsinterview in deze krant. Volgens de predikant „schroomde ds. Van Kooten niet om de intentie van de commissie van bijzondere zorg in diskrediet te brengen door te spreken over rigoureus optreden van de commissie van bijzondere zorg op het grondvlak en suggestieve vergelijkingen te maken met situaties in 1834 en 1886.”

Volgens dr. Plaisier is er geen sprake van rigoureus optreden van de cbz. „En evenmin is er sprake van het roven van goederen, het vervolgen van herstelden, of het handelen onder een schijn van recht. Dat zijn onware en harde uitspraken.

Maar ik moet u zeggen dat ik de teleurstelling die er uit deze en andere opmerkingen van hersteld hervormden spreekt wel heel goed kan begrijpen. Het is moeilijk te accepteren dat steeds meer blijkt dat de goederen inderdaad bij de Protestantse Kerk horen. Dat is absoluut niet handelen onder een schijn van recht, integendeel. Dat is accepteren dat er recht is en het is accepteren dat er door de cbz gehandeld wordt naar kerkrechterlijk genomen besluiten.”

Volgens dr. Plaisier komt de cbz „op voor de rechten van die leden die hervormd willen blijven in de Protestantse Kerk. Het is niet de bedoeling van deze commissie om gemeenten kapot te maken.”

Volgens de scriba van de PKN grijpt de cbz nooit in een gemeente in als er geen vragen komen van leden. „Er zijn in heel veel gemeenten waarvan gesteld werd dat ze in hun geheel mee wilden gaan naar de HHK, groepen leden die dat toch niet blijken te willen. Daar hebben wij voor te zorgen.”

Dr. Plaisier zei te hopen dat die gemeenten „waarvan echt bijna 100 procent van de leden overgaat naar de HHK”, het gesprek met de cbz willen aangaan. „Dan kunnen we laten zien dat er wel degelijk regelingen te treffen zijn, ook in dat soort gevallen.”

Hij zei verder blij te zijn dat er in een aantal gemeenten, zonder tussenkomst van de rechter, toch goede afspraken gemaakt zijn tussen hervormde gemeenten en hersteld hervormde gemeenten. „Het kan dus wel. Alleen via de weg van het onderlinge gesprek kunnen we tot oplossingen komen. En daarin -ik zeg het in volle overtuiging- doet de cbz geweldig werk. Dit ondanks het feit dat het voor leden van de cbz soms heel zwaar is om hun werk te doen, juist ook vanwege de geestelijke herkenning die er vaak is met de leden die weggaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer