Lichte groei bij Nederlands Geref. Kerken
De Nederlands Gereformeerde Kerken zijn het afgelopen jaar met 345 leden gegroeid. Er kwam één kerk bij en het aantal vacatures is, vergeleken met vorig jaar, met vier predikantsplaatsen toegenomen. Dat meldt het nieuwe informatieboekje van de Nederlands gereformeerden.
De Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) hadden begin dit jaar 30.955 leden. Ze bestaan uit 92 kerken, tellen 73 predikanten en hebben 30 vacatures. Er zijn drie christelijke gereformeerde predikanten die tevens dit kerkverband dienen.
De instroom uit andere kerken kwam vooral uit vrijgemaakte kring (157), daarnaast uit de Hervormde Kerk (117) en de Gereformeerde Kerken (96). De uitstroom uit de NGK was veel geringer.
In het nieuwe informatieboekje analyseert ds. A. W. Vos uit Almere in het jaaroverzicht een enquête die hij heeft uitgevoerd onder de NGK. Van de destijds 91 kerken reageerden er ruim zestig. Hij concludeert dat „voor de meeste Nederlands gereformeerde kerken de gereformeerde identiteit een vanzelfsprekend uitgangspunt is. Zij het met de nodige nuances. De gereformeerde belijdenisgeschriften functioneren hoofdzakelijk op de achtergrond.”
Enerzijds zijn er gemeenten die de belijdenis ervaren als een staf om te gaan bij de visie op de ambten en de doop, zoals een kerkenraad schreef. Samensprekingen met de vrijgemaakten en christelijke gereformeerden vormden zelfs een stimulans tot nader onderzoek van de belijdenis. Naast instemming met de belijdenis (Dronten) meldden andere kerken dat formele ondertekening van de belijdenis nog niet duidelijk maakt hoe deze geschriften in de praktijk functioneren. De kerk van Maastricht tekent daarbij aan dat in de samenspreking met de vrijgemaakte kerk van Maastricht „de broeders van deze kerk dit ook niet duidelijk konden maken.” Ds. Vos stelt ook dat in enkele gemeenten, met een gevarieerde achtergrond, de gereformeerde identiteit niet of nauwelijks leeft.
De kerk van Oegstgeest meldt dat voor sommige ambtsdragers de ondertekening van de belijdenis niet zonder bedenkingen gaat „en Dordrecht, die getypeerd wordt door een sterke evangelische inslag”, meldt dat de belijdenisgeschriften niet echt aan de orde komen - „de Bijbel is echt veel belangrijker.”
De kroniekschrijver breekt een lans voor „het opnieuw verwoorden van het geloof in continuïteit met het geloof der vaderen.” Hij stelt dat men dan loskomt van „ongezonde bindingen en daarmee samenhangende verwarring en onenigheid.” Hij denkt dat een nieuwe belijdenis een formulier van enigheid kan worden voor allen die waarachtig gereformeerd willen zijn.