Dat blijkt uit een consumentenonderzoek waaraan 5000 mensen van 12 jaar en ouder hebben meegewerkt. De uitkomsten van het onderzoek, dat werd uitgevoerd in opdracht van de Stichting Tuinpromotie Nederland, werden donderdag gepresenteerd tijdens de Huishoudbeurs in de RAI in Amsterdam.

Driekwart van de Nederlandse gezinnen beschikt over een tuin(tje) en die privé-groenvoorziening is heilig, weet onderzoeksleider H. van Hassel van het Productschap Tuinbouw. „De tuin is heel erg belangrijk voor mensen. In tijden dat het economisch wat minder gaat, is het wel zo dat mensen grote uitgaven, zoals tuinmeubels en dure gereedschappen, en groot onderhoud uitstellen. Ze spreiden hun uitgaven dan meer en geven het geld dan uit aan andere tuinartikelen".

Van Hassel en enkele tuindeskundigen wezen er tijdens de presentatie op dat de tuincentra net als andere jaren weer uitstekende zaken deden tijdens de afgelopen paasdagen. De markt voor tuinartikelen mag relatief weinig conjunctuurgevoelig zijn; de fraaie bloeicijfers van de jaren ’90 zijn daarmee nog niet teruggekeerd. Destijds groeide de markt voor tuinartikelen jaarlijks met 3 tot 7 procent.

Sinds 2001 zijn er wel enkele opmerkelijke trends te zien. Zo kopen tuinenbezitters sinds dat jaar 23 procent minder gereedschappen en tuinmeubels, en is er ook fors bespaard op het groot onderhoud (-17 procent). Daar staat tegenover dat Nederlanders veel meer (+21 procent) uit zijn gaan geven aan de dieren die in en rond het huis rondlopen. Bollen en zaden (+31 procent) zijn bezig met een enorme opmars.

Een maatschappij waarin alles steeds sneller gaat, heeft ook gevolgen voor de tuin van de Nederlanders. Tien jaar geleden werden de tuinaankopen nog 50/50 gespreid over voor- en najaar. Anno 2005 willen de tuinenbezitters direct resultaat als de zon na de wintermaanden weer wat begint te schijnen. De aankopen geschieden nu voor 70 procent in het voorjaar en voor 30 procent in het najaar.