Dat blijkt uit onderzoek door de Advies- en Onderzoeksgroep Beke en het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum in opdracht van het ministerie van Justitie. De ministers Donner (Justitie) en Remkes (Binnenlandse Zaken) hebben het rapport donderdag naar de Tweede Kamer gestuurd. In de jaren negentig werden gestolen auto’s vooral in Oost-Europa verkocht. Nu gaan daar vooral nog auto-onderdelen naar toe.

De bewindslieden zijn niet van plan de aanpak van de autodiefstal drastisch te wijzigen, omdat de maatregelen al hebben geleid tot een daling van het aantal diefstallen: van 23.000 in 2002 naar 16.500 in 2004. Wel willen ze nog een aantal aanscherpingen. Zo moeten voortaan de papieren worden ingenomen van auto’s die zwaar zijn beschadigd, bijvoorbeeld na een ongeval, om misbruik met de documenten en de registratie te voorkomen.

Ook moeten de vele onderzoeken naar de autodiefstallen centraal verzameld worden en komt er een internationaal contactpunt bij het Korps Landelijke Politiediensten. Donner en Remkes sporen gemeenten ook aan om zogeheten ’vrijplaatsen’ waar malafide autohandel plaatsvindt, tegen te gaan.