Bewoners Vinkenslag: Belastingaangifte onmogelijk
Het is voor bewoners van woonwagenkamp Vinkenslag onmogelijk om een nieuwe belastingaangifte over 2003 in te dienen omdat ze toen geen administratie hoefden te voeren. Dat was immers een van de afspraken die ze met de Belastingsdienst hadden, betoogde advocaat J. Sligchers donderdag namens tien kampbewoners tijdens een kort geding tegen de fiscus bij de rechtbank in Den Haag.
Op Vinkenslag heerste meer dan tien jaar een speciaal belastingregime. Ondernemers op het kamp betaalden een vast bedrag aan inkomstenbelasting plus 3 procent over de brutowinst. Aan afspraken zoals deze maakte staatssecretaris Wijn (Financiën) met ingang van 2004 een einde. Voor 2003 werden ze als „uitvloeisel van het vertrouwensbeginsel” uiteindelijk ook nog toegepast. In de rechtszaal bleek donderdag dat door ziekte en een reorganisatie bij de Belastingdienst pas in de loop van 2003 duidelijk werd dat de afspraak ging verdwijnen.
De Belastingdienst wil nu dat de ondernemers op Vinkenslag toch een nieuwe aangifte indienen, omdat de eerste nog niet onherroepelijk was. De ondernemers, vooral autohandelaren, weigeren dat. Ze willen dat de fiscus zich houdt aan de overeenkomst.
Hoewel Sligchers donderdag herhaalde dat het bijzondere belastingtarief op Vinkenslag vergelijkbaar was met het wettelijke tarief, erkende de enige aanwezige bewoner W. Snijders buiten de rechtszaal dat de oude afspraak voordeliger uitpakt. Om privacyredenen wil de Belastingdienst niet ingaan op verschillen tussen de bijzondere en de wettelijke tarieven.
Landsadvocaat F. Baaij wil de kwestie uitvechten bij de belastingrechter. Pogingen om tot een proefproces te komen, strandden eerder. Verder stelt de belastingdienst zich op het standpunt dat het compromis met de kampbewoners onwettig was en dus niet geldig is.
De rechter doet op 14 april uitspraak.