Rotterdamse ex-wethouder De Faria slaat terug
Titel:
”Annemarie Postma in gesprek met Rabella de Faria”
Uitgeverij: Aspekt, Soesterberg, 2004
ISBN 90 5911 179 6
Pagina’s: 126
Prijs: € 14,98. Ze kwam, zag en… verdween. Het was met haar zaaien op de rotsen. Zelf vond ze dat ze als wethouder van Veiligheid uitstekend functioneerde. Maar het fractiebestuur van Leefbaar Rotterdam stuurde haar naar huis. Rabella de Faria begreep er niets van. AD-columniste Annemarie Postma laat haar in 126 bladzijden ongehinderd aan het woord over haar geknakte wethouderscarrière.
Als voormalige Zwarte Zakenvrouw van het Jaar werd de uit Suriname afkomstige Rabella de Faria eind april 2002 door Pim Fortuyn in het wethouderszadel gehesen. Daarmee werd ze de eerste wethouder van Veiligheid ooit. Het duurde niet lang. Terwijl ze amper halverwege haar termijn nog vol passie sprak over haar ambities, was haar politieke doodvonnis al getekend. Leefbaar Rotterdam wilde een spelerswissel. En ze had het toch zo goed voor met de stad en de Rotterdammers. Maar tegen scepsis viel volgens haar niet te vechten. Het fractiebestuur zegde het vertrouwen in haar op. Toen ook de beide andere Leefbaar-wethouders haar lieten vallen, besloot ze haar politieke executie niet af te wachten. Op 14 januari 2004 maakte ze door tranen geroerd haar aftreden bekend. Daarna bleef het een tijd stil.
In het boekje ”Annemarie Postma in gesprek met Rabella de Faria” komt ze op de proppen met haar kant van het verhaal. Vrijwel kritiekloos laat Postma haar aan het woord. Af en toe signaleert ze wat tegenstrijdigheden, maar De Faria gaat daar gemakkelijk aan voorbij. Zo wordt het boek een soort successtory, een egodocument, waarin de gesjeesde wethouder zichzelf in alle opzichten vrijpleit. Natuurlijk is er iets misgegaan, maar het is allemaal andermans schuld, zeker die van de „foute haantjes” op het stadhuis. Ze heeft het gevoel dat ze zich altijd en overal moet verontschuldigen voor het feit dat ze zo succesvol is.
Blufpoker
Officieel heet het dat haar fractie een andere bestuursstijl wilde dan zij. Daarnaast zou ze zich volgens fractievoorzitter Ronald Sörensen te weinig hebben geprofileerd in het veiligheidsbeleid, kwam ze te weinig uit de schaduw van burgemeester Opstelten, had ze gebrek aan bestuurlijke daadkracht, was ze te weifelend in haar optreden, beheerste ze haar dossiers vaak niet en zou de communicatie met haar moeizaam verlopen. Kortom, het was met haar ploegen op de rotsen. „Het ergste is dat ze dat zelf allemaal niet begreep”, zegt Sörensen. Het lukte Sörensen echter niet de genoemde argumenten met kracht en gedocumenteerd voor het voetlicht te brengen. Wat dat betreft heeft De Faria een punt.
Afgezien van het feit dat ze enkele succesvolle politieke aanzetten op haar naam kan zetten, speelt De Faria tegenover Postma hoofdzakelijk blufpoker. Ze presteert het om zichzelf een „voorbeeldrol” toe te bedelen. Zo heeft ze Opstelten in zijn rol als burgemeester zien groeien vanaf de tijd dat ze wethouder werd. „Ik ben niet veranderd naast Opstelten; hij is veranderd naast mij.”
Lege dozen
Volgens velen lag de val van De Faria al in haar aanstelling besloten. Het beheren van de portefeuille Veiligheid was immers een mission impossible. Voor ”veiligheid” was de wethouder immers afhankelijk van wat de burgemeester als korpsbeheerder en als lid van de driehoek (burgemeester, officier van justitie en commissaris van de politie) bekokstoofde. Een wethouder Veiligheid is een „lege-dozenverhaal.” „Opstelten is een geslepen politicus en chef lege dozen, maar blaast zich op, publicitair en inhoudelijk. Als het hem even te heet onder de voeten werd, schoof hij het probleem door naar mij.” Aan dat politieke spelletje wilde De Faria niet meedoen. „De kunst van het schuiven met lege dozen is aan mij niet besteed.”
„Ik een lichtgewicht naast burgemeester Opstelten? Als ik een vent was geweest in driedelig pak, dan hadden ze me nooit zo durven noemen.” Wat rest, is dat De Faria gebrek aan natuurlijke autoriteit verweten wordt. Opstelten zou daaraan juist geen gebrek hebben. De twee andere LR-wethouders, Pastors en Van Sluis, heten onaantastbaar te zijn.
Ondanks haar succes als zakenvrouw -ze richtte het luchtvaartbedrijf Faravia op- noemt ze zichzelf geen carrièrevrouw. Wel ziet ze zichzelf als „topvrouw” en „supergeëmancipeerde vrouw.” Dat heeft er zelfs toe geleid dat ze het gevoel kreeg dat haar man haar niet kon bijbenen. Toen hij in 2001 vroeg wat ze voor Kerst wilde, was dat: een scheiding.
Toekomst
Het lijkt erop dat De Faria de perikelen rond haar geknakte wethouderscarrière achter zich heeft gelaten. Een terugkeer in de politiek sluit ze niet uit. Ook verlangt ze weer naar een relatie en wellicht nog een kind. Aan het slot van haar verhaal krijgt het in haar ogen „verkokerde ambtenarenapparaat” in Rotterdam er nog van langs. Leefbaar Rotterdam heeft voor haar afgedaan. „De partij zal zichzelf van binnenuit vernietigen.”