Britten op 5 mei naar de stembus
De Britse premier Tony Blair heeft koningin Elizabeth II dinsdag verzocht het parlement volgende week te ontbinden en voor 5 mei verkiezingen uit te schrijven. Daarmee is het startsein gegeven voor een verkiezingscampagne van vier weken.
„We zijn trots op wat we de afgelopen acht jaar hebben bereikt”, zei Blair na zijn bezoek aan de vorstin. „Het is een hele keus en er staat veel op het spel. De Britten zijn de baas en zij zijn degenen die het zullen maken.”
Blair kondigde de verkiezingen aan op de stoep van Downing Street na zijn korte bezoek aan Buckingham Palace. Volgens hem heeft de Labour-partij een „roeping” om een derde termijn te dienen als regeringspartij. Het is de Labour-partij nooit eerder gelukt drie keer op rij de grootste te worden. De premier riep de partij op te vechten voor „elke stem voor elke zetel.”
Blair en zijn Labour-partij zullen de campagne ongetwijfeld gebruiken om successen van de regering op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs, criminaliteit en andere binnenlandse aangelegenheden te belichten en de kiezers economische stabiliteit en verdere verbetering van de openbare diensten te beloven.
„Onze missie zal worden gedreven door waarden”, zei Blair. „Het zal gaan over een grote en positieve visie voor de toekomst van ons land.”
Veel van het charisma waarmee Blair Labour in 1997 met een enorme meerderheid aan de macht bracht is in rook opgegaan door zijn omstreden deelname aan de oorlog in Irak en volgens vele slaafse navolging van de politiek van de Amerikaanse president George Bush. Deze onderwerpen kunnen hem in het nauw brengen en hij zal ze in de campagne naar verwachting zo veel mogelijk proberen te vermijden.
Groot-Brittannië staat er economisch goed voor, de werkloosheid, inflatie en rentetarieven zijn laag. De meeste analisten geloven daarom dat Labour de verkiezingen voor de derde keer op rij zal winnen. En wat betreft de aanhoudende kritiek op de oorlog in Irak, denken zij dat de premier het ergste achter de rug heeft.
Zij wijzen erop dat Blairs populariteit, mede door geslaagde verkiezingen in Irak, na een dieptepunt vorig jaar weer behoorlijk is gestegen. En de conservatieve oppositie kan de oorlog in Irak niet tegen hem gebruiken, omdat zij daar zelf ook achter stond. Daarbij komt dat de oppositie, door de eigenaardigheden van het Britse districtenstelsel, meerdere punten voorsprong nodig heeft om Labour te kunnen verslaan. Aan een min of meer gelijke positie, waar recente opinieonderzoeken op wijzen, heeft de oppositie dus niet genoeg.
Labour zelf lijkt niet geheel gerust op een overwinning. De partij heeft op dit moment 410 van de 659 zetels in het Lagerhuis, 116 meer dan alle andere partijen samen. Een laatste peiling dinsdag in de Financial Times liet 39 procent voor de Conservatieven zien tegenover 34 voor Labour.
De Conservatieve leider Michael Howard drong er bij de kiezers op aan Labour niet te belonen voor acht jaar van „gebroken beloftes.” De regering verspilt geld aan bureaucratie, zei Howard, en zijn partij zou met dat geld de belastingen kunnen verlagen.
De Liberaal-Democraten, die als enige partij tegen de oorlog in Irak waren, beloofden meer politie, meer huisvesting en een eerlijker belastingstelsel. Woensdag presenteren ze naar verwachting een alternatieve gezinspolitiek, waarin werkende moeders zes maanden na de geboorte van een kind een uitkering krijgen.
Blair stelt de economische verworvenheden van zijn regering centraal in zijn verkiezingscampagne. Volgens Blair en zijn minister van Financiën Gordon Brown willen de Conservatieven dit onderwerp liever vermijden.
De premier houdt morgen voor het laatst tot de verkiezingen zijn vragenuur in het Lagerhuis. Donderdag is de laatste zittingsdag van het parlement, dat dan naar verwachting nog een groot aantal wetsvoorstellen zal proberen af te handelen.