InterviewHonderd jaar ”Mein Kampf”

Hitler liet 200.000 gehandicapten doden. „Het was een ordinaire moordpartij”

Zowel lichamelijk als verstandelijk gehandicapten waren ten dode opgeschreven toen Adolf Hitler in 1933 aan de macht kwam. In zijn ogen waren het slechts „lege mensenhulzen”. „Hij liet ze vermoorden. Maar om het de schijn van normaliteit te geven, heette het euthanasie, zachte dood.”

9 July 2025 14:58Gewijzigd op 5 September 2025 16:09Leestijd 9 minuten
In 2014 werd in Berlijn het gedenkteken onthuld voor de slachtoffers van het nazi-euthanasieprogramma Aktion T4. De naam is afgeleid van het adres waar het inmiddels verdwenen kantoorgebouw (foto) van dit programma stond: Tiergartenstrasse 4. beeld Wikimedia

Dr. Dick de Mildt is deskundige op het gebied van Aktion T4, het euthanasieprogramma dat was uitgedacht voor het behouden van de genetische zuiverheid van het Germaanse volk. In 1939 maakte Hitler een begin met dit programma, dat met een korte onderbreking in augustus 1941 voortduurde tot en met het einde van de oorlog in 1945. De nazi’s doodden niet minder dan 200.000 psychisch zieken en gehandicapten.

De Mildt promoveerde in 1994 cum laude na een uitgebreid onderzoek naar de daders van deze moordpartij. De wetenschapper is inmiddels met pensioen, maar is, om zijn eigen woorden te gebruiken, „in het onderwerp blijven hangen”.

Zo las hij het boek “Die Belasteten” van de Duitse historicus Götz Aly. Die zorgde in 2014 met dat boek voor de nodige opschudding. Hij schreef dat de mensen hun eigen familieleden min of meer voor euthanasie aanboden; en dat ze de mogelijkheden die er waren om hun gezinsleden te beschermen niet benut hebben.

Was dat een nieuw gezichtspunt?

„In zijn algemeenheid onderschrijf ik niet dat ouders in Duitsland hun kinderen in feite uitleverden. Er zijn talloze voorbeelden van mensen die zich zeer druk maakten over het verdwijnen van hun familielid. De organisatie die verantwoordelijk was voor de euthanasie plaatste patiënten over naar een andere inrichting zonder daarvan de familie op de hoogte te stellen.”

Dick de Mildt. beeld René Zeeman

De nazi’s stelden alles in het werk om het euthanasieprogramma geheim te houden, maar dat lukte niet. Waarom niet?

„Het moordprogramma was al snel min of meer een publiek geheim. Omwonenden van de zes instellingen waar de patiënten werden vergast, roken de lucht van de crematies. Ook buitenlandse journalisten die in Duitsland waren gestationeerd maakten er melding van. Uiteindelijk ging bisschop Von Galen in juli 1941 in Münster vanaf de kansel ertegen tekeer.”

Daar schrokken de nazi’s van?

„Zeker. In de literatuur wordt altijd geredeneerd dat de preek van Von Galen de oorzaak ervan is dat Hitler een maand later de vergassingen heeft laten stopzetten. Dat betekende overigens niet het einde van het programma. Toen werden de mensen naar bijvoorbeeld Polen gebracht en daar vermoord.

Na de oorlog schreven nabestaanden van omgekomen patiënten aan de Duitse hoofdofficier van justitie of die kon nagaan wat er met hun familie was gebeurd. Ze wisten dat hij of zij was overgeplaatst, maar daarna hadden ze nooit meer iets van hem of haar vernomen. Zo’n onderzoek leverde in de meeste gevallen niets op, want al die dossiers waren door de nazi’s vernietigd. Het illustreert wel dat het na de oorlog niet onbekend was.”

De Mildt voegt eraan toe dat direct na de oorlog, toen er nog geen sprake was van de Bondsrepubliek of de DDR, zo’n tien tot vijftien strafzaken tegen artsen en verpleegkundigen zijn geweest die in de instellingen hun dodelijke werk verrichten.

Dat is vrij snel na de oorlog dus?

„Ja, en hoe komt dat? De geallieerden zeiden: „Wij berechten de grote oorlogsmisdadigers zoals Göring en wij pakken bovendien het middenkader aan.” Alle Duitse rechtbanken sloten in mei 1945, maar werden binnen enkele weken weer geopend, omdat er een rechtssysteem moest zijn. Van de geallieerden hadden de Duitsers wel het recht om nazimisdrijven te berechten, maar alleen die tegen hun eigen mensen. Tegen wie was euthanasie gericht? In de meeste gevallen waren Duitse burgers omgebracht. Dat is een van de redenen waarom deze strafzaken direct na de oorlog werden opgepakt.

De tweede reden betreft de familieleden van de slachtoffers. Die wilden weten waar hun zoon of dochter was gebleven en deden in een aantal gevallen aangifte van moord. Daarop werden er onderzoeken gestart.”

Dat durfden ze niet in de oorlog?

„Dat is wel gebeurd. Een aantal mensen diende een aanklacht in omdat er een vermoeden bestond van moord of onrechtmatig om het leven brengen. Die mensen hadden bericht gekregen dat hun familielid was overleden aan bijvoorbeeld de implicaties van een appendix-ontsteking, maar die was al jaren daarvoor operatief verwijderd. Met de klachten gebeurde vervolgens niets. Ze werden gewoon doodgezwegen.”

De nazi’s pasten euthanasie toe, maar het is een gegeven dat er al in de jaren twintig in diverse landen, waaronder Duitsland, over werd gediscussieerd.

Heeft die uitwisseling van ideeën hieromtrent het pad voor het toepassen van euthanasie voor de nazi’s geëffend?

„In de jaren twintig van de vorige eeuw was er enorme discussie over euthanasie, naar aanleiding van een boekje van de jurist Karl Binding en de psychiater Alfred Hoche over het vernietigen van het leven dat de moeite niet waard is. De kernvraag was: moet euthanasie geïnstitutionaliseerd worden?

De aanleiding vormde het massale sterven in psychiatrische inrichtingen gedurende de Eerste Wereldoorlog. Iedereen leed honger doordat er als gevolg van de Engelse blokkade te weinig voedsel het land binnenkwam. Veel patiënten in inrichtingen crepeerden letterlijk. Een aantal psychiaters die later euthanasie toepasten en die daarom zijn berecht, beriepen zich voor hun motieven op de grote sterfte tijdens de Eerste Wereldoorlog in hun instituten. Eén zei zelfs: „De patiënten stierven als vliegen.” Dan kun je vragen: „Is dat je motivatie om die mensen om het leven te brengen?” Ja, omdat ze enerzijds die mensen beschouwden als „unnutze Esser”. Dus ze aten, maar hadden geen nut. Terwijl de gezonde burgers aan het front stierven, werd er geld gereserveerd voor mensen die van onnut waren.

Aan de andere kant was ook de gedachte: Wij geven ze een menselijker dood. Wij laten ze niet creperen van de honger, maar beëindigen hun leven op een humane manier. Dat gebeurde natuurlijk niet in de praktijk, maar zo verdedigden ze zich.”

Na de publicatie van Binding en Hoche is er zelfs een enquête onder familieleden van patiënten gehouden. De Mildt: „Tot ieders verbazing antwoordde een heel groot deel van de ondervraagden: „Nou, als je het maar niet vertelt, dan ga ik ermee akkoord.” Ik wil maar zeggen: euthanasie was een onderwerp dat leefde.”

Drie jaar voor de nazi’s aan de macht kwam bespraken confessionele artsen de pro’s en contra’s van euthanasie

Dr. Dick de Mildt, historicus

Het was dus bespreekbaar?

„Ja, maar het was ook een taboeonderwerp. Dat kan ik illustreren: drie jaar voor de nazi’s aan de macht kwamen, vond er een geheime ontmoeting plaats van de ”innere Mission”, de inwendige zending, van de protestantse kerk in Duitsland om over gedwongen sterilisatie en euthanasie van gedachten te wisselen. Dat was een bijeenkomst van 25 tot 30 confessionele artsen uit heel Duitsland. Zij gingen met elkaar in debat, maar in het geheim.

In een vastgelegd verslag valt te lezen dat ze de pro’s en contra’s bespraken. De historicus Ernst Klee meldt dit in zijn in 1989 verschenen boek over de rol van de Duitse kerken onder Hitler. Er was een arts, dokter Carl Schneider, die zei letterlijk: „Er is helemaal geen wetenschappelijk bewijs dat wij de erfelijke belasting door sterilisatie kunnen verbeteren. Daar is geen bewijs voor. Als we dat invoeren, krijgen we een soort van mode waar iedereen achteraan holt. Daar moeten we dus niet aan beginnen.”

Laat Schneider zich ook uit over euthanasie?

„Jazeker. Hij zei: „Wat wilt u nu? Wilt u een groep moordenaars vormen die dat moet uitvoeren? Artsen gaan dan in plaats van mensen te helpen, mensen om het leven brengen. Hoe ziet u dat voor zich? Dat kun je toch zomaar niet doen?!” Dezelfde dokter Schneider is acht jaar later volledig om.”

Wat zegt u?

„Acht jaar later is hij een van de topmedewerkers van de euthanasie-organisatie. Hij is dus totaal om. Zie dat maar eens te verklaren. Schneider was een medicus, een psychiater en oorspronkelijk verbonden aan het protestantse Bethel Instituut; en hij speelt een grote rol bij het uitvoeren van de euthanasie. Helaas hebben ze hem niet kunnen vragen waarom hij dat deed, want hij heeft zichzelf direct na de oorlog van kant gemaakt. Mijn interpretatie is dat hij voelde dat hij hiermee niet wegkwam.”

De Mildt wijst erop dat hoewel euthanasie in de jaren dertig werd besproken, het nooit tot wetgeving is gekomen. „De minister van Justitie onder Hitler, Franz Gürtner, was zeer rechts, maar geen nazi. Hij stelde het onderwerp aan de orde in een groep die het strafrecht moest reviseren. Hij zei over euthanasie: „Dat gaan we niet doen, want dat is het uitvoeren van nietzscheaanse gedachten.” Dat betekent dat euthanasie in het Derde Rijk gewoon moord bleef.”

Vanuit Hitler bezien is het euthanasieprogramma de stap waarmee hij de drempel naar de massamoord overging

Dr. Dick de Mildt, historicus

Duitsland was in die jaren niet uniek wat betreft het voeren van een discussie over euthanasie.

„Dat klopt, het gebeurde in meer landen. Nergens kwam het overigens tot wetgeving. Dat was een brug te ver. Maar in het geval van nazi-Duitsland praten we wel over een door de staat georganiseerde vorm van doden zonder instemming van betrokkenen. Dan spreek je feitelijk over moord.

Want waarom pasten de nazi’s euthanasie toe? Het eugenetische motief speelde een rol, maar het was bovendien een financiële besparing. Nadat Hitler in augustus 1941 na de protesten het vergassen had stopgezet, liet hij een boekhouder uitrekenen hoeveel mensen er waren vergast. Dat waren er ruim 71.000. Hij liet bovendien nagaan hoeveel er met de operatie bezuinigd zou worden over een periode van tien jaar door het ombrengen van al die patiënten. Dat wordt uitgesplitst tot en met de jam aan toe. Dat is niet te geloven.

Het was een ordinaire moordpartij. Het begrippenapparaat hebben de nazi’s geleend. Om het de schijn van normaliteit te geven noemden ze het euthanasie, maar daar had het niets mee te maken. Nogmaals, het was gewoon moord.”

Sommige historici stellen dat de euthanasie de weg voor de Holocaust heeft geëffend. Bent u het daar mee eens?

„Dat klopt in zekere zin. Toen Hitler de vergassingen in 1941 stopzette, kwam er een hele groep zonder werk te zitten. Dan moet worden gedacht aan de mensen die de lijken naar de crematoria sleepten en dergelijke. Die mensen werden overgeplaatst naar de vernietigingskampen Belzec, Treblinka en Sobibor. In plaats van verstandelijk gehandicapten gaan ze Joden vermoorden. Het doden in die drie kampen is een soort van kopie, maar dan op een gigantische schaal, van wat ze in die euthanasiecentra hebben gedaan.

Tegelijk was het geen blauwdruk. Ze zeiden niet: Onze euthanasie-ervaringen passen we nu toe in de kampen. Het was gewoon een uitwisseling van personeel.”

Dus zonder euthanasieprogramma waren de Joden net zo goed vermoord?

„Absoluut. Als je het vanuit Hitler bekijkt, is het natuurlijk wel de stap waarmee hij de drempel naar de massamoord overging.”