„Een eerlijke verdeling van lusten en lasten blijft belangrijk voor een pensioenstelsel waar alle generaties zich betrokken bij voelen”, aldus waarnemend directievoorzitter J. Frijns maandag bij de presentatie van het jaarverslag over 2004.

Uit onderzoek is hem gebleken dat jongeren „vanuit welbegrepen eigenbelang” het best belangrijk vinden voor elkaar en voor ouderen op te komen. „Maar wat we aan premies vragen moet redelijk blijven. Dat vraagt een nieuwe invulling van het begrip solidariteit.”

De levensloopregeling is daarbij voor het ABP een instrument om de jongeren aan het denken te zetten. Volgens het ABP is er wel belangstelling voor de regeling maar wordt er gewacht op de uitwerking van het sociaal akkoord. „Niemand weet hoeveel er precies beschikbaar komt”, zegt Frijns. Het ABP gaat daarom zelf een levensloopregeling aanbieden. Jonge werknemers kunnen straks keuzes maken bij de invulling van hun oudedagsvoorziening. De regeling staat dicht bij jeugdigen omdat ze ook kunnen sparen voor verlof om voor kinderen te zorgen. „De regeling is voor jong en oud interessant”, meent Frijns. Het product wordt via een dochterbedrijf van het in Heerlen gevestigde pensioenfonds op de markt gebracht en is alleen bestemd voor de eigen deelnemers.

Daarnaast heeft het ABP enkele initiatieven ontwikkeld om na te gaan hoe het bedrijf het beste jongeren kan benaderen. Met CNV Jongeren en de Hogeschool Zuid wordt onderzocht hoe zij nadrukkelijker bij de pensioenvoorzieningen kunnen worden betrokken.

Het ABP zal in de toekomst minder snel dan voorheen de premies verhogen om financiële problemen op te lossen. Het ingrijpen via premieverhogingen wordt moeilijker, aangezien de verhouding tussen werknemers en gepensioneerden steeds meer verschuift in de richting van de laatste groep, waardoor het effect van premiestijgingen afneemt.

Het fonds zal daarom meer leunen op de zogenaamde voorwaardelijke indexatie. Dat betekent dat de pensioenen in mindere tijden niet volledig worden gecompenseerd voor de loonstijging. Deze ingreep raakt zowel de actieve als de gepensioneerde deelnemers aan het pensioenfonds. Om pensioenen in de toekomst betaalbaar te houden, is vorig jaar al overgestapt van de eindloon- naar de goedkopere middelloonregeling. Bij berekening van de premiekostprijs per deelnemer wordt verder rekening gehouden met een reserveopslag.

Dit jaar worden de premies wel verhoogd. Grote boosdoener is de lage rente. Doordat het ABP nu al rekent met de marktwaarde van alle pensioenverplichtingen -in 2006 is dat verplicht- is de dekkingsgraad vorig jaar licht afgenomen (van 124,6 tot 121,3 procent). De premieverhoging raakt werkgevers voor ongeveer 1 procent. Werknemers gaan een half procent meer betalen over een deel van hun brutosalaris.

Frijns noemde de premieverhoging „buitengewoon zuur, maar onontkoombaar.” Juist over 2004 heeft het pensioenfonds een fraai beleggingsresultaat behaald. Dat bedroeg 11,5 procent. Daarmee is het totale pensioenvermogen in het afgelopen jaar met 17,9 miljard euro toegenomen tot 168 miljard euro. Het ABP heeft aanzienlijke belangen in de VS. Doordat de dollar geheel was afgedekt, had de daling van deze munt nauwelijks invloed op het beleggingsresultaat.

Stichting Pensioenfonds ABP verzorgt de oudedagsvoorziening voor werkgevers en werknemers in de sectoren overheid en onderwijs. Daarmee bedient het fonds 2,6 miljoen deelnemers in ons land. Het ABP is een van de grootste pensioenfondsen ter wereld.