Wij hebben een Voorspraak
Habemus Papam. Echomen Paraklèton.

Met grote vreugde werd op 8 mei over het Sint-Pietersplein in het Latijn, in de taal van de kerk, uitgeroepen: „Habemus Papam”, „Wij hebben een paus.” Als vanzelf moest ik denken aan de woorden van Johannes in het koinè-Grieks, de wereldtaal van het gewone volk: „Echomen Paraklèton”, „Wij hebben een Parakleet bij de Vader”.
Wat kunnen we een tegenstellingen opsommen tussen deze twee. Al sta je op het Sint-Pietersplein te zwaaien, de paus ziet en kent je niet. Christus kent alle gelovigen over de gehele wereld, de rijkste en de armste, de vrijmoedige en de schuchtere. Bij de paus kom je alleen in uitzonderlijke situaties op audiëntie, bij Christus kunnen, mogen en moeten de gelovigen dag en nacht binnenkomen met alles wat hen benauwt of blij maakt. Maar laat ik mij beperken tot de tekst, dan weten we dat de rest het niet is.
Hemelvaart en Pinksteren: de Geest wordt uitgestort om de wereld te overtuigen van zonde, gerechtigheid en oordeel. Deze Trooster (Parakleet) verenigt met Christus en zo worden we gered uit de dood tot het eeuwige leven. Hij komt in ons wonen. Hij troost, reanimeert, spoort aan, getuigt en ga maar door en dat alles met Zijn Woord.
We hebben een Parakleet in ons hier op aarde, maar we hebben ook een Parakleet bij de Vader in de hemel.
Let op: dit ”Wij hebben” staat in de onvoltooid tegenwoordige tijd. Die Voorspraak hebben we dus dag en nacht zonder ophouden. Wie Jezus Christus uit de handen van de Vader heeft aangenomen, hoeft het goddelijk recht in eeuwigheid niet meer te vrezen, omdat we een Voorspraak bij de Vader hebben, niemand minder dan Jezus Christus, de Rechtvaardige. De naam Paraklèton ziet in juridische context op de raadgever of advocaat die zijn cliënt te hulp komt. Christus is de volmaakte advocaat, aangezien de Rechter Zijn Vader is en zij altijd in volmaakte harmonie leven.
De Zoon kent anderzijds al de menselijke zwakheden van de heiligen volledig, omdat Hij voor 100 procent mens geworden is, zonder zonde. Hij is voor hen een unieke Voorspraak Die altijd vrijspraak verkrijgt, omdat Hij Gods toorn op Zichzelf liet afkomen en zo al hun schuld en veroordeling wegnam. Hij is een verzoening voor onze zonde.
Iedere ziel die zich verootmoedigt, mag delen in de verzoening die er al is
Christus’ offerdood aan het kruis heeft al Gods deugden volmaakt verheerlijkt. Christus’ lijden en sterven, Zijn bloed heeft de toorn van God tegen de zonde van het hele menselijk geslacht gestild. In die zin mag deze Christus niet alleen aan de kerk maar aan de hele wereld worden aangeboden. Iedere ziel die zich verootmoedigt (Lev. 16:29,31) mag delen in de verzoening die er al is. En wat is dat? Niet iets doen, maar zoals Israël op die dag alleen kijken en beleven: „Wat met dit Lam gebeurt, had met mij moeten gebeuren.” Maar dan ook dit door God aangewezen middel omhelzen.
Maar steeds opnieuw struikelen we. Wat kunnen we daar moe en moedeloos van worden! Inderdaad, maar we moeten ons steeds weer voor ogen stellen dat wij een Voorspraak bij de Vader hebben. Die hebben we. We zijn al ‘cliënt’. Hij kent ons beter dan dat wij onszelf kennen. U mag, u moet gebruik van Hem maken. Hij hoeft de Vader niet te overtuigen. Ze zijn één in Hun welbehagen. En nu moeten we leren hoe ver het strekt: „Wij hebben een Voorspraak bij de Vader.”