Emoties volop bij aandeelhoudersvergadering Reesink
De aandeelhoudersvergadering van handelshuis Reesink was donderdag goed voor hoogoplopende emoties. Directeur B. ten Doeschate ’explodeerde’ een aantal keren en moest tot de orde worden geroepen door zijn toezichthouder H. Bemelmans. De buitengewone aandeelhoudersbijeenkomst was bedoeld om het vijandige overnamebod te bespreken dat de Rotterdamse Van Herk Groep heeft uitgebracht op Reesink.
Vastgoedbedrijf Van Herk had ongeveer vijftien personen afgevaardigd naar de vergadering, in de bedrijfskantine van Reesinks hoofdkantoor in Apeldoorn. Van Herk zelf hield zich buiten de discussies en liet het woord doen door enkele van zijn afgezanten.
De Reesink–kantine was vooral de arena voor het bestuur van Reesink, directeur P. de Vries van de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) en de vele adviseurs van Van Herk. Zo’n vijf ’gewone’ aandeelhouders konden even een vraag stellen.
De discussie spitste zich toe op de vraag wat Van Herk Reesink te bieden heeft. Veel, vindt het Rotterdamse Van Herk. Niets, vindt het bestuur van Reesink, later bijgestaan door een certificaathouder en nazaat van de oprichter van het handelshuis. Een beslissing bleef uit in de Reesink–arena, want het bod van Van Herk loopt tot 8 april. In mei is de reguliere aandeelhoudersvergadering van Reesink.
Van Herk verklaarde na de vergadering gewoon door te gaan met zijn poging Reesink over te nemen. Volgens Reesink–topman Ten Doeschate maken de Rotterdammers niet veel kans. „Als ze 95 procent halen vreet ik een bezemsteel op".
Ten Doeschate had makkelijk praten, want het stemrecht van een groot deel van de aandelen is in handen van een administratiekantoor dat op zijn hand is. Veel van de aanwezige aandeelhouders zijn dan ook eigenaar van certificaten van aandelen in plaats van stukken met stemrecht. VEB–voorman de Vries VEB heeft moeite met die gang van zaken, die volgens hem indruist tegen de adviezen van de commissie–Tabaksblat over behoorlijk bestuur.
Voorzitter Bemelmans van de raad van commissarissen meldde dat Reesink pas met partijen wil praten bij een bod van minimaal 100 euro per aandeel. Van Herk biedt 70 euro, waarmee met een eventuele transactie ongeveer 40 miljoen euro gemoeid is.
Tijdens zorgde vooral Ten Doeschate er voor dat de emotiemeter flink uitsloeg. Hij botste enkele keren flink met communicatieadviseur H. Smink van Van Herk, die Ten Doeschate uitmaakte voor „leugenaar". Hierbij ging het om opmerkingen over de verkoop van bedrijfsonderdelen van een onderneming die Van Herk eerder kocht. Interrupties werden over en weer afgekapt en als Smink aan het woord was riep Ten Doeschate dat het om „rotsmoesjes" ging.
Reesink is bang dat Van Herk het handelshuis alleen wil overnemen omdat er interessant onroerend goed bij hoort en dat de rest van het bedrijf vervolgens in de uitverkoop gaat. Van Herk zegt gewoon door te willen gaan, maar kan die belofte volgens Reesink niet concreet maken. „Tijdens een gesprek heeft Van Herk gezegd alleen verstand te hebben van vastgoed", fulmineerde Ten Doeschate. „Zo is het toch, of niet", vroeg hij vervolgens retorisch aan commissaris Bemelmans. Die verklaarde op zijn beurt telkenmale dat er bij Van Herk een gebrek is aan ervaring en professionaliteit met betrekking tot de activiteiten van Reesink.
Van de vijf ’gewone’ aandeelhouders die aan het woord kwam was er een die met zijn opmerkingen de zaal mee kreeg. „Er wordt te veel op de man gespeeld. Dat is afkomstig uit de Verenigde Staten en niet gebruikelijk in Nederland". Bemelmans antwoordde hierop droogjes dat het ging om een vijandige overnamepoging en dat zoiets dan ook hier voor komt.