Te veel dioxine in gras bij Vlaardingen
Het gras in de weilanden in het Lickebaertgebied tussen Vlaardingen en Maassluis bevat te veel dioxine. Dat maakte de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) dinsdag bekend.
De weilanden kunnen daardoor beter niet worden begraasd door bijvoorbeeld melkkoeien.
Vorig najaar bleek dat melk van twee rundveebedrijven rond Vlaardingen een overschot van de kankerverwekkende stof bevatte. De boerderijen in het gebied werden onderzocht nadat Afvalverwerking Rijnmond (AVR) incidenteel te veel dioxine had uitgestoten. Uit nader onderzoek is gebleken dat het gras in het gebied tussen Vlaardingen, Maassluis, De Lier en Rozenburg meer dioxine bevat dan toegestaan.
DCMR Milieudienst Rijnmond onderzoekt verschillende mogelijke bronnen van de dioxine in het gras. Volgens de VWA hebben consumenten in deze kwestie geen gevaar gelopen. De inspectiedienst verwacht dat het dioxinegehalte in het gras vanzelf zakt wanneer het gras in de lente gaat groeien.
De koeien staan in de weilanden boven Vlaardingen nog op stal. Volgens een woordvoerster is het verstandiger het vee pas naar buiten te laten als het gras aan de normen voldoet. Schapen en lammetjes lopen al wel in de wei. De VWA bekijkt nu of het vet en de melk van de schapen niet een te hoog gehalte dioxine bevat.
Eind jaren tachtig bleek melk uit het Lickebaertgebied ook te veel dioxine te bevatten. Verwerking van melk en schapenvlees uit het gebied bleef tot 1994 verboden. De giftige stof dioxine ontstaat bij verbrandingsprocessen. Het Rijk heeft in de nasleep van de Lickebaert-affaire alle verbrandingsovens laten doorlichten. Een deel is gesloten terwijl andere, waaronder AVR, na technische aanpassingen konden openblijven.