VS willen Afghaanse drugsteelt bestrijden
De Amerikaanse militaire operatie in Afghanistan dreigt onderuit te gaan door de florerende teelt van papaver en de productie van opium en heroïne. Het Amerikaanse ministerie van Defensie acht het dan ook hoog tijd dat de ongeveer 17.000 Amerikaanse militairen in het land een veel grotere en „agressievere” rol gaan spelen in de bestrijding van de drugshandel.
Volgens The New York Times van vrijdag zal het Pentagon 257 miljoen dollar extra vragen van het Congres om de nieuwe campagne te kunnen financieren. Dat bedrag is viermaal hoger dat wat Defensie vorig jaar ter beschikking had om de Afghaanse papavertelers en drugsproducenten aan te pakken.
De „terroristen en opstandelingen” in Afghanistan, volgens het Pentagon aanhangers van het verdreven fundamentalistische Taliban-regime en van het terreurnetwerk al-Qaida, financieren hun operaties grotendeels met drugsgelden. De nog altijd fragiele machtsbasis van president Karzai wordt ernstig bedreigd door de opiumteelt en de rol daarin van lokale, machtige krijgsheren. Karzai heeft de „heilige oorlog” verklaard aan de drugs in zijn land, dat ’s werelds grootste producent van opium en heroïne is.
De Verenigde Staten zijn sinds de val van de Taliban in 2001 herhaaldelijk gewaarschuwd voor de gevaren van de papaverteelt. Die werd door de Taliban streng aangepakt, maar sinds deze extremistische moslims zijn vertrokken groeien de teelt van de bloem en de drugshandel explosief. De papaveroogst steeg in 2004 met 64 procent. Amerikaanse militairen hadden tot dusver geen echte taak in de drugsbestrijding. Dat moet nu veranderen, vindt het Pentagon.