„Zeg een keer: Ik wil leven - en het drama is voorbij”
Op het moment dat afgelopen vrijdag bij Terri Schiavo het toedienen van voedsel werd beëindigd, was ik een van de meest verbaasde mensen op deze planeet.
Samen met haar familie en een priester was ik bijna de hele vrijdagochtend bij Terri. Als lid van het advocatenteam had ik de voorgaande dagen bijna dag en nacht gewerkt om de hulpeloze vrouw van een verschrikkelijke dood te redden. En ik was hoopvol gestemd. Weliswaar had de rechterlijke macht gefaald in het beschermen van het leven van Terri, maar ik wist dat inmiddels andere krachten gemobiliseerd waren.
Ik was er zeker van dat de federale rechters de juridische dwaling van de lagere rechtbanken zouden corrigeren. Ik was er vast van overtuigd dat die dag, rond het middaguur, vertegenwoordigers van de regering naar het ziekenhuis in Pinellas Park zouden komen om Terri onder hun bescherming te stellen. Of dat officieren van de federale politie vanuit Washington in Florida zouden arriveren om zich bij de deur van de ziekenkamer te posteren, zodat ze het verplegend personeel konden weerhouden van het verwijderen van de voedselsonde.
Mocht er echt niets gebeuren, dan zou volgens mij Jeb Bush, de gouverneur van Florida, om één minuut voor één -net voor het begin van de gruwelijke executie van Terri- de uitspraak van de rechter met zestig dagen opschorten. Die macht heeft de gouverneur. Dat heb ik de achterliggende dagen genoegzaam onderzocht.
De hele ochtend was ik samen met enkele familieleden in de ziekenkamer van Terri. We vertelden haar dat er hulp onderweg was. Ze was die morgen goedgestemd. Er heerste een vrolijke stemming, vooral rond de middag, toen we wisten dat juristen van het Congres drukdoende waren om het leven van Terri te redden. Het grootste deel van de tijd praatte ik met Terri, haar zus Suzanne en haar man en Terri’s tante, die vanuit New York was gekomen om de familie bij te staan. Een vrouwelijke agente van de politie stond op de gang voor de deur van haar kamer.
Terri zelf zat in een leunstoel, aangekleed en met het haar gekapt. Ze keek helder uit de ogen. De voedselsonde was rond 11.00 uur aangesloten. We waren heel gelukkig dat ze gevoed werd. Suzanne en ik spraken, grapten en lachten met Terri. We zeiden tegen haar dat ze naar Washington moest gaan om te getuigen voor het Congres. Dat zou betekenen dat haar man Michael haar rolstoel in orde moest maken. Daarna zou Suzanne Terri mee kunnen nemen naar het winkelcentrum of haar door het park kunnen rijden, zodat ze de zonnewarmte en de wind in haar gezicht kon voelen. Dat waren dingen die ze de laatste vijf jaar niet had meegemaakt.
Op zeker moment zag ik dat de zonwering in Terri’s kamer was neergelaten. Ik deed die omhoog, zodat ze vanuit het raam de zon en de prachtige bloemen in de tuin kon zien. Toen het zonlicht naar binnendrong, zag je dat Terri haar ogen verder opendeed. Ze was zichtbaar opgetogen. Even later vertelden we haar dat ze nu zo veel mogelijk voeding moest opnemen, omdat ze misschien een paar dagen geen voedsel zou krijgen. Op dat moment zagen we enkele luchtbellen in de voedselslang. Omdat dit voor Terri problemen kon geven, vroegen we de verpleging de oorzaak van die luchtbellen te verhelpen.
Terri’s zus en ik praatten daarna nog ongeveer een uur. Op zeker moment noemde Suzanne haar zus een „supersterke” vrouw, waarop Terri hartelijk begon te lachen. Ik zag de kuiltjes in haar wangen.
Het indrukwekkendst vond ik wel het moment waarop ik Terri’s armen greep en tegen haar zei: „Terri al kon je maar zeggen: „Ik wil leven”, dan is heel dit drama voorbij.” Ik vroeg haar nogmaals om duidelijk te zeggen: „Ik wil leven.” Tot mijn grote verbazing en blijdschap deed Terri haar ogen wijdopen, keek me recht in het gezicht en met een geconcentreerde uitdrukking op haar gezicht zei ze: „Ahhhh.” Direct daarop, alsof ze al haar kracht verzamelde, riep ze duidelijk: „Waaaa.” Ze deed dat zo duidelijk dat de man van Suzanne en de politieagent haar op de gang konden horen. Op dat moment had Terri een gezicht dat vertrokken was van angst. Dat had ik nooit eerder bij haar waargenomen.
Je kon zien dat Terri haar uiterste best deed de zin af te maken. Maar dat lukte niet. Ze raakte in paniek en begon te huilen.
Ik was ontzet dat ik Terri bang had gemaakt. Suzanne en ik begonnen haar gezicht en haren te strelen. Ik zei haar spijt te hebben van mijn vraag. Het was niet mijn bedoeling geweest haar bang te maken. We vertelden haar dat we heel dankbaar waren voor haar reactie en dat ze er niet meer over hoefde te praten. Ik beloofde Terri de wereld te vertellen dat ze had geprobeerd te zeggen dat ze wilde blijven leven.
Suzanne en ik probeerden weer gewoon met haar verder te praten. Verschillende andere familieleden kwamen ook op bezoek. Om 14.00 uur kregen we de opdracht om de kamer te verlaten omdat de rechter net had verklaard niet bereid te zijn opdracht te geven het toedienen van voedsel voort te zetten. Toen we de kamer verlieten, zagen we dat de politieagente bij de deur haar uiterste best deed niet in huilen uit te barsten.
Ik moest mijn belofte aan Terri houden om de wereld te laten weten dat ze wilde blijven leven. Vanaf vrijdagmiddag telt voor haar elk uur. Ik ging naar buiten, waar veel cameraploegen stonden, en vertelde aan reporters de gebeurtenissen van die morgen.
’s Middags om 16.00 uur ging ik terug naar de ziekenkamer van Terri. Op dat moment was er verder niemand. Er stond alleen een politieagent voor haar kamerdeur. Toen ik binnenkwam en tegen haar wilde gaan praten, begon Terri onmiddellijk te huilen en probeerde ze te praten. Ik heb me in mijn leven eigenlijk nooit zo hulpeloos gevoeld. Terri keek heel verdrietig. Ik voelde dat ze het ons kwalijk nam die ochtend te hebben gezegd dat de dingen de goede kant opgingen, terwijl er die middag heel ingrijpende beslissingen waren genomen.
Toen ik later wegging, boog ik me over Terri en fluisterde ik in haar oor dat de gang van zaken me zeer speet en dat ik heel verdrietig was. Maar ik wees haar erop dat al was ze nu van menselijke hulp verstoken, de Heere Jezus haar kon helpen. Toen ik Zijn Naam noemde, kreeg Terri een glimlach op haar gezicht. Ze probeerde iets te zeggen. Ik drukte een kus op haar voorhoofd en verliet haar kamer.
De auteur is de advocaat van Terri’s ouders, Bob en Mary Schindler.