De pracht van een kaft
Titel:
”Door boekband bekoord”
Auteur: Jacques Dane e.a.
Uitgeverij: Barkhuis Publishing, Eelde, 2005
ISBN 90 77 92 20 24
Pagina’s: 111
Van letters en woorden alleen kunnen we niet leven, en dat hebben de vooroorlogse protestantse uitgevers goed begrepen. Menig fraai vormgegeven en geïllustreerde boekband rolde begin vorige eeuw van de persen.
Rond 1890 ontstaat wat we tegenwoordig boekkunst noemen: kunstenaars gaan zich bezighouden met het ontwerpen van fraaie boekbanden. Tot die tijd was er een soort routine ontstaan in het maken van boekbanden. Ze werden met „kokette tierlantijntjes uit de schablonendoos” opgeleukt. De vernieuwers zoeken een andere aanpak, geïnspireerd door Jugendstil en Nieuwe Kunst.
”Door boekband bekoord” toont werk van vooroorlogse protestants-christelijke uitgevers die in deze update van het boek zijn meegegaan. Tot 19 juni zijn hun kleurige, kunstzinnig vormgegeven banden in de Groningse universiteitsbibliotheek te bewonderen, variërend van ”Door donker en dood” van P. A. de Rover tot ”Het christelijk huisgezin” van H. Bavinck en ”Het schoone leven” van Wilma.
Aardig detail is dat de banden niet op auteur, maar op vormgever zijn geordend. Bij de expositie verscheen een gelijknamige catalogus, samengesteld door historicus Jacques Dane en fotograaf Tonnis E. Musschenga. Daarin wordt een overzicht gegeven van de boekbandcollectie van de Groningse universiteitsbibliotheek. Vervolgens komen in vogelvlucht enkele thema’s uit de vooroorlogse protestantse leescultuur aan de orde: de plaats van de Bijbel in het (gezins)leven, boeken voor kinderen en volwassenen en een ”kleine ethiek van de protestantse lezer”.
Dane hangt zijn ”kleine ethiek” op aan een plaat die bij opa en oma, bij vader en moeder, op school, in catechisatielokalen, ja overal was te vinden en die tegenwoordig nog onder reformatorischen bekend is: ”De brede en de smalle weg”. Dit ”stripverhaal avant la lettre” van Charlotte Reihlen was een geducht hulpmiddel om de bijbelse boodschap aanschouwelijk te maken. Samen met de Bijbel, psalm- en liedbundels en een gevarieerd aanbod aan religieuze en opvoedkundige lectuur vormde deze plaat het ethische kader van wat de gereformeerde protestanten lazen. Want dat was natuurlijk niet om het even: zorgvuldig waakten de leiders ervoor dat kwaadaardige lectuur ongelezen bleef. Zo riep Abraham Kuyper in zijn toelichting op de Heidelbergse Catechismus protestants-christelijke ouders ertoe op hun kinderen niet vrij te laten in de lectuurkeuze: „Van meet af aan moeten uw kinderen onder den diepen indruk komen, dat er een lectuur van Satan is.”
Voor boekhistorisch geïnteresseerden bevat de catalogus interessante gegevens. Er is een overzicht van de protestants-christelijke uitgeverijen uit die periode opgenomen, inclusief een overzicht van hun vignetten. Van de tien meest voorkomende boekbandontwerpers en kunstenaars worden biografische schetsen gegeven. Onder hen zijn zich de bekende bakkerszoon Johan Herman Isings (1884-1977), de architect Jacobus Philippus Wormser (1878-1935) en de kunstenaars Cornelis André Vlaanderen (1881-1955) en Jan Bertus Heukelom (1875-1965).
Zo bewijst deze expositie een oude waarheid: van letters en woorden alleen kunnen we niet leven, en dat hebben de vooroorlogse protestantse uitgevers goed begrepen.
De tentoonstelling is tot en met 19 juni te zien in de Universiteitsbibliotheek Groningen, Broerstraat 4.