De gezichten van twaalf oorlogskinderen
Angstige kinderen die onder een houten schavot dekking zoeken tegen Duits artillerievuur, een sterk vermagerd Amsterdams jongetje in vieze vodden met een lepel in zijn hand of groepen stoere jongens en meisjes die in uniform marcheren als lid van de Nationale Jeugdstorm. Dit zijn enkele van de zwart–wit amateurfoto’s die te zien zijn op de tentoonstelling Oorlogskind. Prinses Margriet opende maandag de expositie in de Beurs van Berlage in Amsterdam.
De tentoonstelling richt zich op alle facetten van kinderen in de Tweede Wereldoorlog, hoe kinderen de oorlog hebben beleefd en hoe zij de jaren daarna de draad weer oppakten. Centraal staat de geschiedenis van twaalf Nederlandse kinderen in de jaren 1940–1945. Aan de hand van 180 foto’s en historische filmbeelden van Nederlandse kinderen uit de Tweede Wereldoorlog uit de collectie van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) vertelt ieder oorlogskind zijn eigen verhaal.
De twaalf oorlogskinderen hebben voor de tentoonstelling een voorwerp uitgeleend dat een speciale rol speelde tijdens de oorlog. Een van de oorlogskinderen was Ed van Thijn, die als joods jongetje in 1942 moest onderduiken. Elke avond voor het slapen gaan haalde hij zijn kostbaarste bezit tevoorschijn: een luciferdoosje met twee postzegels. „Eén zegel met de Nederlandse koningin Wilhelmina, symbool van het goede. En de tweede zegel met Adolf Hitler, symbool van het kwaad."
De expositie belicht ook de situatie van kinderen in huidige oorlogsgebieden. „In de Eerste Wereldoorlog was 90 procent van de slachtoffers militair. In de huidige oorlogen zijn 90 procent van de slachtoffers onschuldige burgers, onder wie heel veel kinderen", zei prinses Margriet bij de opening. Met bijdragen van Unicef en War Child vertellen twee oorlogskinderen van nu, een Tsjetsjeens meisje en een Cambodjaanse jongen, wat zij hebben meegemaakt.
Het NIOD herdenkt met de expositie dat Nederland zestig jaar geleden werd bevrijd. De tentoonstelling reist door alle provincies en begint vrijdag in het Fries Museum in Leeuwarden. Aan de hand van kindermonumenten– en gedenktekens besteedt de tentoonstelling ook aandacht aan kinderen die de oorlog niet overleefden. In samenwerking met het Nationaal Comité 4 en 5 mei worden in elke provincie twee monumenten belicht die een relatie hebben met het lot van kinderen in de oorlog. Oorlogskind eindigt in mei 2006 in de provincie Utrecht.