Limburg wil dat Rijk meer haast maakt met loket mijnbouwschade
De provincie Limburg gaat bij het Rijk aandringen de afhandeling van mijnbouwschade waar mogelijk te versnellen. Het kabinet deelde vorige week mee dat een loket voor hulp aan mensen in de voormalige mijnstreek die schade aan hun huis hebben op zijn vroegst volgend jaar januari opent. Gedeputeerde Elianne Demollin-Schneiders stelde dat die datum „het einde van het elastiekje” is voor Limburg.
Er had eigenlijk al een schaderegeling moeten zijn voor Limburgers, maar die liep meerdere keren vertraging op. Minister Sophie Hermans (Klimaat en Groene Groei) liet vorige week per brief weten dat het lastig is „een passende organisatievorm” te vinden voor het Instituut voor Mens, Milieu en Mijnbouw in Limburg (I3ML), zoals het schadeloket gaat heten.
„Dit is niet de boodschap waar we nu als gedeputeerden op zitten te wachten”, zei Demollin-Schneiders tijdens een Statenvergadering over de nieuwste vertraging. Het provinciebestuur heeft daar contact over met Hermans, die in haar Kamerbrief over het uitstel aangaf de teleurstelling in Limburg te begrijpen.
Gedeputeerde Demollin-Schneiders zei te snappen dat Hermans de organisatie van het loket zo goed mogelijk wil neerzetten, maar benadrukte dat er haast geboden is. „Als je het doet, dan moet je het ook goed doen en niet tussentijds nog een hoop gaan aanpassen. Maar los daarvan baal ik heel erg van het feit dat 2026 nu als datum genoemd is.”
Een motie die de provincie oproept in Den Haag te pleiten voor „een verhoging van de urgentie van de schadeafhandeling” en „waar nodig aan te dringen op een versnelling van het proces” werd vrijdag unaniem aangenomen door de Limburgse Provinciale Staten. Volgens de Statenleden is de vertraging onacceptabel voor Limburgers die al langere tijd met schade aan hun huis zitten.
Het provinciebestuur en de tien voormalige Limburgse mijnbouwgemeenten komen binnenkort met een gezamenlijke ‘reflectie’ op de stand van zaken rond het schadeloket.