Zo omschreef medewerker van Stichting In de Rechte Straat (IRS) Pedro Snoeijer zaterdag de naam van de Poolse zusterorganisatie ”Augustinus”, die volgende maand zal worden opgericht. Een website onder deze naam is al in de lucht.

”Augustinus” stelt zich, evenals de moederorganisatie IRS, ten doel om rooms-katholieken in aanraking te brengen met het Evangelie zoals dat door de Reformatie werd herontdekt. Ook ondersteunt ze rooms-katholieke geestelijken die hun kerk willen verlaten. Verder wil men de protestanten in Polen (ongeveer 1 procent van de bevolking) toerusten tot evangelisatie. „De naam ”Augustinus” is gekozen vanwege diens belang voor zowel rooms-katholieken als gereformeerden”, zei Snoeijer.

Op de landelijke ontmoetingsdag van IRS, afgelopen zaterdag in Hoevelaken, met als thema ”Ik schaam mij het Evangelie niet”, sprak Pedro Snoeijer over zijn werk in Polen. Van de 39 miljoen Polen is 94 procent rooms-katholiek. Hun kritiek op de Rooms-Katholieke Kerk betreft vaak slechts uiterlijke dingen en biedt daarmee geen aanknopingspunten voor een evangeliserend gesprek.

De gedeelde kritiek, die er ook is, betreft aflaten en missen voor overledenen. Elke parochie in Polen kent een aflatenzondag. Voor de kerk is er dan een kermis waar cadeaus voor de kinderen worden gekocht. Missen voor de overledenen zijn gangbaar. Daarvoor worden zelfs leningen afgesloten.

Maria wordt als nationaal symbool gezien, als koningin van Polen. Als voorbeeld noemde Snoeijer de enorme billboards voor de RK-Kerk waarop opgeroepen wordt tot God te bidden. Levensgroot prijkt Maria erop, op de achtergrond is vaag een Christusfiguur waar te nemen. De extreem rechtse minderheid laat van zich horen via Radio Maria, een commerciële zender die op vele kanalen te beluisteren is.

Antisemitisme is in Polen officieel verboden, maar wordt oogluikend toegestaan. Corruptie is er een enorm probleem. „Het is vermoeiend om constant te moeten opletten of je niet opgelicht wordt”, aldus Snoeijer.

Op allerlei manieren probeert men ook belasting te ontduiken, wat ”combineren” heet. De werker Polen wijt dit aan decennialange overheersing door het communisme. Overgang naar het protestantisme wordt, zo weet Snoeijer uit persoonlijke ervaring, gezien als landverraad.

De andere spreker op de ontmoetingsdag was ds. T. Vanhuysse, evangelist in het Belgische Tongeren, die sprak over ”Het evangelie een kracht Gods”. „Zaligheid betekent dat je weet van vrijspraak, rechtvaardigheid en eeuwig leven met Hem. Door het Woord van God mag je rust vinden in de vergeving van de zonden. Niet door mensen, maar door het Woord schenkt de Heere kracht om vol te houden tot het einde.”

Ds. Vanhuysse toonde een paginagrote advertentie in een plaatselijke krant, waarin een zekere Maria Duval een gratis talisman aanbiedt. Door de talisman zou levensvernieuwing te krijgen zijn en zouden allerlei problemen opgelost worden. Deze advertentie, die ook in Nederland regelmatig verschijnt, was gesponsord door de satanskerk in Tongeren.

Vanhuysse is ervan overtuigd dat in Tongeren velen binnenkort met zo’n talisman om hun nek zullen lopen. „De mensen moeten teruggeroepen worden naar het Woord van God, naar de levende Christus. Alleen in Hem en Zijn Evangelie is levensvernieuwing, het is een kracht Gods tot zaligheid.”

Over de radicaliteit van het Evangelie merkte hij op dat mensen de boodschap vaak ’soft’ maken, om te zorgen dat de doelgroep niet afhaakt. „Jezus was echter radicaal tegen de rijke jongeling, die totaal niet in staat bleek zijn zonden te belijden.”

De evangelist hoopt dat vriendschapsevangelisatie geschikt is om uiteindelijk door te stoten tot de kern.