BBB-fractie Overijssel valt uiteen, coalitie is meerderheid kwijt
De grote BBB-fractie in de provincie Overijssel is uit elkaar gevallen. Zes Statenleden hebben maandag aangekondigd uit de fractie te stappen en gezamenlijk verder te gaan onder de naam Provincie Belang Overijssel. Daarmee heeft de coalitie in Overijssel nu geen meerderheid meer.

De BBB veroverde bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2023 maar liefst zeventien zetels in Overijssel. De partij sloot daarna een coalitieakkoord met VVD, GroenLinks, PvdA en SGP. Gezamenlijk hadden zij 30 van de 47 zetels in de Staten. Ook toen vorig jaar twee leden van de BBB opstapten en gezamenlijk verdergingen, behielden de coalitiepartijen een meerderheid.
Dat verandert nu nog eens zes provinciale politici uit de grootste fractie in de Staten stappen. Het gaat om Aart van den Brink, Annette Nijhuis, Dario Prinsen, Edith du Bois, Luuk Buunk en Sanne Winkels. Zij zeggen wel nog steeds achter het coalitieakkoord te staan.
„Binnen onze fractie hebben wij altijd willen werken gebaseerd op de kernwaarden van de BBB. Ons besluit is genomen naar aanleiding van een recent en onoverbrugbaar verschil hoe deze kernwaarden in te vullen”, aldus Van den Brink, die fractievoorzitter wordt van Provincie Belang Overijssel. „Politiek is ingewikkeld; goed uit elkaar gaan in die context nog meer. Toch streven wij ernaar om goed uit elkaar te gaan. Wij staan nog steeds achter het coalitieakkoord, het beleid en de invulling van Gedeputeerde Staten. Wij gaan graag in gesprek met de huidige coalitiepartijen om dit constructief op te lossen.”
BBB-fractievoorzitter Carla Evers zegt in een schriftelijke reactie „teleurgesteld” te zijn dat „een aantal collega’s ervoor kiest een andere weg in te slaan”. Volgens Evers is de afgelopen tijd juist gewerkt aan het versterken van de samenwerking binnen de fractie, onder meer met hulp van een coach.
Afspraak
Eerder maandag liet BBB-Tweede Kamerlid Lilian Helder weten binnenkort de Tweede Kamer te verlaten. Tijdens een debat over justitie zei ze dat „dit vrijwel zeker” haar laatste vergadering zou zijn.
Helder had „onoverbrugbare meningsverschillen” met haar partijleider Caroline van der Plas, en dat was „vanaf dag één” al het geval. Dat zei het Tweede Kamerlid in een toelichting op haar aangekondigde vertrek als parlementariër.
Terugkijkend heeft Helder spijt dat zij zich na haar besluit om niet langer Kamerlid te willen zijn voor de PVV, nog liet overhalen om bij BBB verder te gaan. „Ik had eigenlijk al afscheid genomen”, zegt ze. Toch besloot zij in te gaan op het verzoek van Van der Plas om BBB met haar „parlementaire ervaring” te helpen.
Bij de totstandkoming van het hoofdlijnenakkoord met PVV, VVD en NSC was Helder niet betrokken. Zij vindt dat de nieuwe coalitie daarin veel te weinig geld uittrekt voor politie en justitie. Zij kaartte dat aan bij Van der Plas. „En toen was het verwijt dat ik de partij zou opblazen als ik niet zou tekenen.” Uiteindelijk tekende ze niet.
Helder raakte bovendien een groot deel van haar portefeuille kwijt aan Marieke Wijen-Nass. Die had als voormalig advocaat en officier van justitie ook belangstelling voor justitieonderwerpen. „Dat begrijp ik wel”, zegt ze. „Maar het was niet de afspraak.”
Weinig vertrouwen
Op de dag voor het kerstreces kreeg Helder bovendien te horen dat BBB niet zou deelnemen aan de debatten over het nieuwe Wetboek van Strafvordering. Zij had zelf veel tijd gestoken in de voorbereiding in commissieverband van dit zeer omvangrijke wetgevingstraject.
Helder was sindsdien afwezig. Ziek, volgens BBB. Zelf zegt zij dat zij thuis hard aan het werk was om alsnog de wetsbehandeling in de Tweede Kamer voor te bereiden. Dat bleek onbegonnen werk. Zij besloot daarop alleen het onderdeel dat de politie betreft „eruit te lichten”, en na dat debat op te stappen.
Helder stelde Van der Plas vooraf niet op de hoogte. Niet uit wraak, bezweert zij, maar: „ik vond dat ik wel een keer echt recht heb op mijn eigen moment”. Dat BBB’ers zeggen verrast te zijn door haar besluit, verbaast haar. „Dan heb je niet goed op zitten letten.”
„Er is weinig onderling vertrouwen in de fractie”, aldus Helder. „Afspraken worden niet nagekomen en er worden ad-hocbeslissingen genomen. We zitten mekaar in de weg.”