Dat schrijven minister Bot van Buitenlandse Zaken en staatssecretaris Nicolaï voor Europese Zaken in hun notitie ”Grenzen van de Europese Unie”. ChristenUnie-fractievoorzitter Rouvoet had vorig jaar om de notitie gevraagd.

De EU moet er in de nabije toekomst eerst voor zorgen dat de Europese grondwet wordt aangenomen en uitgevoerd. Daarnaast heeft de Unie haar handen vol aan de verwerking van de huidige kandidaat-lidstaten Bulgarije, Roemenië en Turkije en de landen van de westelijke Balkan. Van die staten is Kroatië inmiddels kandidaat-lid en heeft Macedonië het lidmaatschap aangevraagd. Met Albanië, Bosnië-Herzegovina en Servië-Montenegro onderhandelt de EU over handelssamenwerking.

De bewindslieden schrijven dat bij politiek en publiek het draagvlak voor een verdere uitbreiding van de EU ontbreekt.

Landen in Afrika en het Midden-Oosten kunnen vanwege hun geografische ligging nooit EU-lid worden. Voor landen ten oosten van EU ligt dat lastiger,stellen Bot en Nicolaï. Ze vinden evenwel dat de EU er „voorlopig” niet aan toe is om landen als Moldavië, Wit-Rusland, Georgië en Armenië op te nemen. Dat geldt ook voor Oekraïne, hoezeer de Unie het hervormingsproces daar ook toejuicht en steunt.

ChristenUnie-fractievoorzitter Rouvoet is teleurgesteld in de notitie van het kabinet. „Het belangrijkste argument van het kabinet tegen verdere uitbreiding is: we moeten de Unie eerst consolideren.” In plaats daarvan zou de regering helder moeten maken welke landen er wel en niet bij de EU horen, vindt Rouvoet. Hij mist een dergelijke inhoudelijke visie op de grenzen van de EU. „De vraag waar de grenzen liggen, wordt overgelaten aan politieke keuzes en aan willekeur. Turkije mag wel lid worden, Oekraïne voorlopig niet. Aan die willekeur moet een einde komen.”