Provincies: politieke wil kan stikstofvraagstuk landbouw oplossen
„Stikstof en andere milieuvraagstukken kunnen we oplossen met innovatie als de politiek dat wil.” Jelle Beemsterboer, voorzitter van de adviescommissie landelijk gebied van de provincies, stelt dat in reactie op een onderzoek naar de kansen om met innovaties in de landbouw de uitstoot van stikstof en broeikasgassen te verminderen. Om innovaties kans van slagen te geven, moeten ze onderdeel worden van een pakket maatregelen om de stikstofuitstoot omlaag te brengen, aldus Beemsterboer.
Onderzoekers van Wageningen University & Research (WUR) zien kansen voor innovaties. Ze geven aan dat veel nieuwe vindingen als luchtwassers, mestmaatregelen en het schoonhouden van stalvloeren binnen een tot vijf jaar technisch uitvoerbaar zijn. Of die innovaties echt zorgen voor de gewenste afnames, moet nog blijken. Het onderzoek is maandag naar minister Wiersma gestuurd.
De Noord-Hollandse gedeputeerde Beemsterboer (BBB) en zijn Overijsselse collega Gert Harm ten Bolscher (SGP) pleiten voor beter gebruik van nieuwe mogelijkheden. „De opgave is groot. Je kunt geen enkele optie laten liggen”, aldus Ten Bolscher.
De innovaties in de landbouw brengen kosten met zich mee. Aanpassingen aan de stalsystemen worden geschat op 300 miljoen euro per jaar, terwijl de onderzoekers erop wijzen dat het inkomen van de veehouders daalt door de nieuwe snufjes. Daarom is volgens het rapport beleid nodig dat de agrarische sector perspectief biedt. Welke kant het opgaat, weten de onderzoekers niet. Dat hangt af van de „langetermijnvisie op landbouw”.
De provincies gingen eerder aan de slag met het Nationaal Programma Landelijk Gebied van voormalig minister Christianne van der Wal (Landbouw). Haar opvolger Femke Wiersma (BBB) schrapte de plannen en het fonds van 24 miljard euro voor provinciale plannen. In Wiersma’s nieuwe plannen wordt ook ingezet op innovaties en bijvoorbeeld meer natuurbeheer door boeren.
Naast innovaties en andere maatregelen noemen de onderzoekers ook het houden van minder vee als optie. Het is volgens hen niet mogelijk om overal een breed palet aan maatregelen te nemen. Daarom is het „realistisch om aan te geven dat er ook een gedeeltelijke veestapelreductie nodig is”, staat in het rapport.