„Nederlands voertaal in moskee”
In de moskee dient Nederlands de voertaal te zijn. Ook moeten imams, predikanten en andere religieuze leiders de nadruk leggen op de vrijheid voor anderen om hun godsdienst te beleven.
Dat stelt de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) in het advies ”Eenheid, verscheidenheid en binding”, dat donderdag is aangeboden aan minister Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie). De RMO, een adviesorgaan van de overheid, presenteert daarin een nieuw model voor de integratie van minderheden in de samenleving.
In de islamitische gebedshuizen dienen imams voor te gaan die in Nederland zijn opgeleid, vindt de RMO. Ook dient er een Nederlandse imamopleiding te komen en dient Nederlands de voertaal in de moskee te zijn. Een woordvoerder van de RMO zegt dat de raad hierbij niet doelt op het opleggen van een plicht. „Het is zeer gewenst. Dat is de strekking van het advies.”
Imams, predikanten en priesters behoren volgens de RMO uit te dragen dat politieke voorkeuren religieuze gronden mogen hebben, maar dat eenieder zich uiteindelijk dient neer te leggen bij democratisch genomen beslissingen. „Daarbij hoort dan wel dat er voor minderheden respect is”, aldus een woordvoerder van de RMO. Dat de raad imams, priesters en predikanten in één adem noemt, heeft volgens hem te maken met het gelijkheidsprincipe. „Het mag duidelijk zijn dat de oproep vooral is gericht aan imams.”
De RMO noemt het huidige beleid om allochtonen en autochtonen te spreiden om etnische concentratie in wijken, scholen en organisaties te bestrijden „weinig effectief.” Als hindernis voor een succesvol spreidingsbeleid wijst de RMO artikel 23 van de Grondwet aan, waarin de vrijheid van onderwijs is verankerd. Die brengt keuzevrijheid voor de ouders met zich mee. Ook de verzelfstandiging van woningcorporaties speelt de overheid op dit punt parten.
Bovendien is het spreidingsbeleid vanwege de ontwikkelingen in de samenstelling van de bevolking inmiddels in de grote steden achterhaald. „Wanneer 60 procent van de schoolgaande jeugd tot de groep ”minderheden” behoort, heeft een debat over de (on)wenselijkheid van zwarte scholen geen zin meer”, aldus de RMO.
De overheid kan daarom beter maatregelen nemen om de sociale samenhang te vergroten, waarbij ruimte is voor verschillen. Om meer eenheid te krijgen, moeten er duidelijk afgebakende grenzen in de samenleving zijn. De basis daarvoor zijn de Grondwet, overige wetten en de Nederlandse taal.
De RMO wijst er in dit verband op dat bijna 500.000 allochtonen onvoldoende Nederlands spreken om aan de samenleving deel te kunnen nemen. Scholen, kerken, moskeeën en instellingen voor opbouwwerk moeten de democratische waarden en omgangsnormen beter overdragen.