Binnenland

„Zijn betekenis voor Nederland is groot”

Dr. Loe de Jong was succesvol in zijn leven en zijn betekenis voor Nederland is groot. „Hij is toch dé man van de geschiedenis van Nederland in de Tweede Wereldoorlog”, vindt prof. dr. J. C. H. Blom, directeur van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) en hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam.

16 March 2005 12:09Gewijzigd op 14 November 2020 02:20

Bloms eerste reactie toen hij hoorde van het overlijden van dr. Loe de Jong was: „Wat treurig. Anderzijds moet je zeggen dat hij negentig jaar mocht worden. Dat maakt de emotie dus wat minder.”

De Jong was zelf een jood die in de oorlogsjaren door toedoen van de Duitsers zijn ouders en zijn tweelingbroer verloor. „Dat hakt er natuurlijk in en is voor hem een belangrijke inspiratiebron geweest.”

De Jong was niet de oprichter van het instituut dat op 8 mei 1945 werd opgericht. Tijdens de oorlogsjaren was bij een aantal hoogleraren hier in Nederland en bij de regering-in-ballingschap in Engeland al het idee gerezen om van alles te verzamelen en te ordenen van materiaal over Nederland tijdens de bezetting, omdat men toen al besefte dat die periode van belang zou worden. In oktober 1945, een paar maanden dus na de oprichting van het instituut, werd De Jong er directeur van en ging hij leidinggeven aan dat proces van verzamelen.

Na tien jaar kreeg De Jong de opdracht om de geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog te doen. Blom: „Aanvankelijk was de bedoeling dat dit zou gebeuren door vier historici: door een rooms-katholieke, een protestantse, een liberaal en een socialist. We zaten toen nog in de tijd van de verzuiling. Maar omdat de mensen die men in gedachten had het te druk hadden is de opdracht naar De Jong gegaan. De directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, zoals het NIOD toen nog heette, moest het doen.”

De Jong dacht dat hij het karwei in zes jaar zou klaren. Het werden er uiteindelijk meer dan dertig. Eind jaren tachtig legde hij de laatste hand aan het veertiende en laatste deel. „Omdat het door één man is gebeurd kent het werk een grote eenheid. De Jong kon goed schrijven en hij had de kwaliteit om dit te doen vanuit het perspectief van onderdrukking, collaboratie en verzet.

De Jong velde in zijn boeken morele oordelen. Hij zei wat goed en fout was en het publiek vond dat prachtig. Begin jaren tachtig stelde ik de vraag of op deze wijze met De Jongs boeken het laatste woord over de Tweede Wereldoorlog was gezegd. Mijn voorstel was over de oorlog schrijven zonder gelijk te moraliseren. Dat zou de weg vrijmaken voor nuchtere analyses en vergelijkingen.

Sommigen zagen mijn opmerkingen als een aanval op De Jong, maar zo was het niet bedoeld. Ik heb juist altijd grote waardering voor hem gehad.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer