Barendrecht legt bandenverkoper aan banden
Autobandenverkoper Paul Bestebreurtje uit Barendrecht beschuldigt het gemeentebestuur van chantage. Plannen voor noodzakelijke bedrijfsuitbreiding worden naar zijn mening gefrustreerd. De gemeente kijkt echter heel anders aan tegen de zaak. Bestebreurtje is naar eigen zeggen inmiddels bijna bankroet. „Ze willen me hier vandaan hebben.”
Tijdens een rondwandeling op zijn erf aan de Koedood, een agrarisch gebied tussen de Oude Maas en nieuwbouwwijk Carnisselande, wijst Bestebreurtje (58) naar stapels autobanden, verroeste motoronderdelen en oude karren. De materialen liggen al jaren werkloos in de buitenlucht. „Doordat ik niet mag uitbreiden, kan ik het spul niet opruimen.” In een bouwvallige schuur, naast zijn bandenloods, stalt hij paarden voor verhuur. „De boel vertimmeren tot paardenmanege is onmogelijk.” Enkel nieuwbouw biedt uitkomst.
Het gesteggel met de gemeente begon zeven jaar geleden, na een gedwongen grondruil in verband met het verleggen van een pijpleiding. Aanvankelijk dacht Bestebreurtje te mogen uitbreiden tot 7200 vierkante meter. Die oppervlakte wil hij benutten voor twee extra loodsen voor zijn bandenhandel en opslag en voor een paardenmanege. Hij diende een bouwplan in.
Tot zijn verbijstering liet de gemeente 2500 vierkante meter vastleggen in het grondruilcontract. „Een foutje, zeiden ze achteraf.” Een ambtenaar zou te veel hebben beloofd.
De beslissing werd definitief na een bestemmingsplanwijziging waartegen Bestebreurtje verzuimde te protesteren. Hij zag de publicatie in de plaatselijke krant over het hoofd. „Maar als meest belanghebbend persoon had het gemeentebestuur mij toch persoonlijk kunnen inlichten?”
Daarna begonnen de problemen pas goed, stelt Bestebreurtje. Zo zouden de voorwaarden uit de ruilovereenkomst zijn geschonden. De gemeente plaatste ’slechts’ gedeeltelijk een afrastering rondom het terrein. „En het ingezaaide gras is ongeschikt voor mijn paarden om in te grazen.”
Een ander geschilpunt werd het opruimen van het terrein. Voor elke extra dag dat autobanden, motoronderdelen of andere materialen bleven liggen, hing de Barendrechter een dwangsom boven het hoofd.
Toen bleek dat de opruimoperatie door gebrek aan opslagruimte stokte, lichtte Bestebreurtje uit eigen beweging de gemeente in. Nadat de verantwoordelijke wethouder kort daarop polshoogte kwam nemen, ontving de Barendrechter enkele maanden later een boete van 54.000 euro, omdat de rommel al die tijd niet was opgeruimd. „Terwijl ik de wethouder zelf had verwittigd.”
Bovendien interpreteert de Barendrechter het plan voor een tijdelijke discotheek naast zijn terrein als een motie van wantrouwen. „Wat gebeurt er als jongeren straks een rotje tussen de paarden werpen?” Daarom trekt hij zijn conclusie: „De gemeente wil me hier vandaan hebben.”
Onzin, zegt een gemeentewoordvoerder. „Bestebreurtje doet het voorkomen alsof we hem wegpesten. Dat is onjuist. De roep vanuit de jeugd om een discotheek speelt al jaren.”
Volgens de zegsman diende Bestebreurtje de plannen voor uitbreiding pas in nadat de ruilovereenkomst was getekend. „Toen kwam hij erachter dat hij vierkante meters tekortkwam. Daar zit zijn frustratie.”
De gemeente houdt vast aan 2500 vierkante meter. „We breken het contract niet open.” Ook de dwangsom had de bandenhandelaar kunnen voorkomen. „Hij had toch opslag kunnen huren?”
Omdat hij afspraken niet nakwam, was de gang naar de rechter voor het college de enige optie. „En die stelde Barendrecht twee keer in het gelijk”, aldus de woordvoerder. Het hooggerechtshof deed onlangs uitspraak. Bestebreurtje moet nu ongeveer 1 ton euro aan boetes en proceskosten betalen.
Om uit de impasse te komen, doet Bestebreurtje een beroep op de gemeenteraad. Uitbreiding tot 7200 vierkante meter en executie van de dwangsom zijn de voorwaarden. Wordt daar niet aan voldaan, dan kan hij zijn bedrijf opdoeken.
Het voorstel van B en W om hem voor een kwart miljoen euro uit te kopen, wijst hij resoluut van de hand. „De grond, het bedrijf en mijn woning zijn in totaal driekwart miljoen waard.”
VVD-fractievoorzitter S. Zuurbuur typeert Bestebreurtje als „apart geval”, volgens hem in de negatieve zin van het woord. „Binnen de gemeenteraad heeft hij geen cent krediet. Hij belooft veel, maar komt niets na.”
Oppositiepartij GroenLinks is milder. Volgens fractieleider M. van Kruijsbergen is het conflict via goed overleg oplosbaar. „Belangrijk is dat Bestebreurtje daarvoor een onafhankelijk persoon in de arm neemt. Verder moet hij een degelijk financieel en bedrijfsplan opstellen. Dan kunnen de partijen eruitkomen.”