Loe de Jong overleden
Historicus Loe de Jong, auteur van Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog en oud-directeur van het toenmalige Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, is dinsdag overleden. Hij was negentig jaar. De bekendste historicus van het land zal in besloten kring worden begraven, liet het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) weten.
Loe de Jong was op 24 april 1914 in Amsterdam geboren. Na de Duitse inval ontsnapte de jood naar Engeland. In Londen werd hij directeur van Radio Oranje, de zender voor bezet Nederland. In oktober 1945 werd hij benoemd tot het hoofd van het in mei 1945 opgerichte Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD), dat documenten over Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog moest verzamelen en ontsluiten.
In 1955 kreeg De Jong van de minister van Onderwijs en Wetenschappen opdracht een wetenschappelijk werk te schrijven dat een goed beeld zou geven van de geschiedenis van Nederland in de Tweede Wereldoorlog. Het werd een reeks van 27 boeken met in totaal 15.000 bladzijden, gepubliceerd tussen 1969 en 1988. Ze vonden gretig aftrek bij een groot publiek. Volgens een schatting van het NiOD hebben 74.000 Nederlanders de reeks compleet in huis. De serie ondervond ook kritiek, vooral uit de hoek van Indische Nederlanders, die zich als te koloniaal voelden afgeschilderd.
De Jong werd al voor de publicatie van het eerste boek uit de reeks bekend door de televisieserie ’De Bezetting’, die in 21 afleveringen tussen 1960 tot 1965 werd uitgezonden. Die serie hiep hem ook orde te scheppen in de vele gegevens voor het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog.
Een grote miskleun van De Jong was zijn behandeling van het oorlogsverleden van de CDA-policus Willem Aantjes. Dat schilderde hij, met zijn instituut, veel te zwart af. Aantjes zag zich genoodzaakt af te treden, hoewel hij de aantijgingen voor een deel tegensprak. Toen een andere onderzoekscommissie aanzienlijk milder over Aantjes oordeelde, was diens loopbaan al onherstelbaar in duigen.
„Maar ik heb geen bad feelings. Dat zeg ik niet alleen nu, nu dat gemakkelijker is. Ik heb het altijd gezegd. Ik heb nog wel een béétje begrip voor wat De Jong destijds zei, met wat hij toen in handen had, maar hij had het allemaal veel beheerster moeten aanpakken”, zei Aantjes dinsdag. „Zijn reputatie heeft net zoveel geleden. Ik vind het alleen jammer dat we dat nooit persoonlijk met elkaar hebben kunnen uitspreken, in een publiek gesprek. Want het was immers een publieke zaak.” Aantjes liet zijn wens wel blijken aan een medewerker van De Jong, maar kreeg volgens eigen zeggen nooit respons. „Dat hij niet de grootheid heeft gehad te zeggen dat hij zich verregaand heeft vergist. Dat hij als historicus de waarheid wilde dienen en niet zijn gelijk. Dat is ook jammer voor de man zelf. Het zou zijn reputatie juist gediend hebben”, aldus Aantjes.
Verder overheerste dinsdag de lof. Het werk van dr. Loe de Jong is de grondslag voor alle latere studies over de Tweede Wereldoorlog, zei Cees Fasseur, zelf beroemd om zijn tweedelige biografie over koningin Wilhelmina. „Er is geen boek over de oorlog verschenen of het was een reactie of een voortbouwen op De Jong.” De Jongs Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog is volgens Fasseur „net het Panorama van Mesdag”, zo omvangrijk, zo compleet en zo goed geschilderd. Hij vindt het „gemakkelijk”, als mensen zeggen dat De Jongs werk soms aan de oppervlakte blijft. „Als je een studie doet naar één detail, dan gaat die dieper dan wat De Jong daarover heeft geschreven. Maar De Jong had een ander doel. Hij wilde een geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog nalaten”.
Premier Balkenende prees de historicus als een buitengewoon markante man die titanenwerk heeft verzet met ’zijn’ levenswerk. Hij noemde het „een heel bijzondere omstandigheid” dat De Jong is gestorven op de dag dat in Jeruzalem het Yad Vashem–museum werd heropend. Balkenende woonde dinsdag de heropening van dit museum dat de dood van zes miljoen joden in de Tweede Wereldoorlog herdenkt, bij.
De waarde van Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog is nog altijd buitengewoon groot, vindt prof. dr. H. Blom, de huidige directeur van het NIOD. De reeks is nog steeds een geweldige bron voor iedereen die iets over de Tweede Wereldoorlog wil weten. De Jong was de eerste die in de enorme chaos van gegevens orde schiep. Hij deed dat op een wijze die ook het grote publiek aansprak, een publiek dat vaak emotioneel betrokken was. „Een fenomenale prestatie”, aldus Blom. Hij erkende dat De Jong wel bezig was met goed en kwaad. „Je moet dat als historicus terugdringen. Het is niet mijn stijl. Maar dat wil niet zeggen dat zijn reeks niet zeer waardevol is en niet wetenschappelijk.”
Historicus Jan Bank zei op de radio: „Hij is een verhalenhistoricus die in het goed–foutperspectief toch heel sterk zijn oorlogservaringen meedraaagt. Hij heeft het alemaal zelf meegemaakt, zij het van een afstand in Londen.”