CJO is ‘diep teleurgesteld’ over uitstel online-oorlogsarchief
Het Centraal Joods Overleg (CJO) is „diep teleurgesteld” dat het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) niet op 2 januari online wordt opengesteld. Minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) meldde vrijdag dat het beladen oorlogsarchief voorlopig niet online toegankelijk wordt, na een waarschuwingsbrief van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) over privacyrisico’s.
In het CABR, bestaande uit dossiers van ongeveer 425.000 Nederlanders die werden verdacht van collaboratie met de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog, komen persoonsgegevens voor van nog levende personen, zoals getuigen en verdachten. Daarover bestaan zorgen. Dossiers van verdachten die mogelijk nog in leven zijn, zouden sowieso niet online worden geplaatst.
Het CJO betreurt dat „directe toegang tot essentiële informatie voor Joodse overlevenden en nabestaanden die de geschiedenis van hun families willen reconstrueren” verhinderd wordt door het besluit van Bruins. Het uitstel betekent volgens het samenwerkingsverband dat veel families mogelijk nooit de kans krijgen om het lot van hun vermoorde familieleden te achterhalen.
„Het CABR-archief bevat naast informatie over daders ook cruciale slachtofferinformatie. Hiermee zou eindelijk inzichtelijk worden hoe, op persoonsniveau, Joden in Nederland in handen vielen van de nazi-bezetters, bijvoorbeeld door arrestatie tijdens onderduik. Dit uitstel is niet alleen een enorme teleurstelling, maar feitelijk een schande, nu het op de valreep voorlopig niet doorgaat”, aldus CJO-voorzitter Chanan Hertzberger. „De tijd dringt, het is inmiddels tachtig jaar geleden.” Het CJO roept de minister dan ook op ervoor te zorgen dat het CABR zo snel mogelijk online komt.
Het CABR wordt op 1 januari volledig openbaar. Iedereen kan de stukken dan opvragen en inzien. Maar daarnaast zou het archief, dat bijna 4 kilometer aan papier beslaat, ook stapsgewijs digitaal toegankelijk worden. Dat laatste is nu dus voorlopig van de baan. Bruins wil de digitale toegankelijkheid alsnog regelen door een wetswijziging door te voeren.