Heinen: geld voor onderwijs moet ergens anders vandaan komen
Als het kabinet besluit om minder te bezuinigen op onderwijs, betekent dit dat het geld ergens anders vandaan moet komen. Dat zegt minister Eelco Heinen van Financiën. „Het is geen leuke boodschap, maar het zal ergens pijn moeten doen, linksom of rechtsom. Want we hebben wel een opgave met elkaar in te vullen”, aldus de minister.
Heinen zegt niet waar het geld voor de onderwijsbegrotingen vandaan moet komen. Dat is volgens hem „een politiek proces” en daar wil hij niets over zeggen.
Volgens Heinen is er in het verleden te gemakkelijk gedacht over het schrappen van bezuinigingen. „Wat ik echt winst vind, is dat alle partijen, zowel coalitie als oppositie, nu ook zien: het moet netjes gedekt worden. Het sommetje moet kloppen, want we geven te veel geld uit. We zitten in een periode waarin de marges kleiner zijn en we zullen moeten bezuinigen.”
Meevallers kunnen volgens Heinen niet worden gebruikt om bezuinigingen te voorkomen. „Meevallers zijn geen dekking. Meevallers zijn voor de Nederlander dus die gaan terug in de staatsschuld. Als je bezuinigingen wilt terugdraaien, moet je elders die dekking vinden”, aldus de minister.
De coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB onderhandelen met oppositiepartijen CDA, ChristenUnie, SGP en JA21 over aanpassing van de onderwijsbegroting. De gedachte is dat de bezuinigingen gedeeltelijk worden teruggedraaid. Zo wordt de zogenoemde langstudeerboete mogelijk geschrapt. Ook zou het kabinet bereid zijn bezuinigingen op de maatschappelijke diensttijd gedeeltelijk terug te draaien.