IJslandse oppositie wint parlementsverkiezingen
De sociaaldemocratische oppositie onder leiding van Kristrun Frostadottir heeft de parlementsverkiezingen in IJsland gewonnen, meldde de publieke omroep RUV zondag. Door de val van de coalitie van premier Bjarni Benediktsson waren vervroegde verkiezingen nodig.
Bij de stembusgang van zaterdag konden 268.000 IJslanders hun stem uitbrengen. De Sociaaldemocratische Alliantie kreeg 20,8 procent van de kiezers achter zich, goed voor 15 van de 63 zetels in het parlement. Dat is een grote groei ten opzichte van de vorige verkiezingen in 2021. Toen kreeg de centrumlinkse partij 9,9 procent van de stemmen.
IJsland had de afgelopen zeven jaar een regering die bestond uit de Onafhankelijkheidspartij, de Links-Groene Beweging en de Progressieve Partij. Hun samenwerking eindigde in oktober door meningsverschillen over onder meer migratie, huisvesting en energie.
Alle regeringspartijen verloren zetels en een daarvan verdwijnt zelfs uit het parlement. De Onafhankelijkheidspartij van Benediktsson is nu met 14 zetels de tweede partij van het land. De conservatieve partij kreeg 19,4 procent van de stemmen, het slechtste resultaat ooit in haar geschiedenis. De centrumrechtse Progressieve Partij ging van 17,3 naar 7,6 procent en de Links-Groene Beweging haalde met 2,3 procent de kiesdrempel niet.