Onderzoekscommissie VU: Kritiek op proefschrift dr. G.W.S. Mulder is ongegrond
De kritiek van dr. G.A. van den Brink op het proefschrift van dr. G.W.S. Mulder is „ongegrond”. De predikant heeft zich niet schuldig gemaakt aan „een schending van de wetenschappelijke integriteit” of plagiaat.
Dat concludeert een onderzoekscommissie van de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam, zo blijkt uit een woensdag verschenen persverklaring van prof. dr. W. van Vlastuin, de promotor van dr. Mulder. De hoogleraar theologie en spiritualiteit van het gereformeerd protestantisme aan de VU treedt op als woordvoerder.
Dr. Mulder, predikant van de gereformeerde gemeente in Ridderkerk, promoveerde vorig jaar aan de VU op het proefschrift ”Tussen tekst en toepassing”. Daarin vergelijkt hij twaalf vertegenwoordigers van het puritanisme en het gereformeerd piëtisme in hun homiletische –predikkundige– visie op de toepassing van de Bijbeltekst op de hoorders.
Dr. G.A. van den Brink, hersteld hervormd emeritus predikant en universitair hoofddocent historische theologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn, analyseerde een klein deel van het proefschrift en concludeerde in de vragenrubriek van de website Refoweb.nl dat „alles” erop wijst dat dr. Mulder een Latijns boek niet zelf heeft bestudeerd. Dat vond hij „ondeugdelijk en onwetenschappelijk”.
Geen plagiaat
De Vrije Universiteit startte in januari een intern onderzoek naar aanleiding van de kritiek op het proefschrift. De Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI) kwam deze maand tot de conclusie dat dr. Mulder zich „niet schuldig heeft gemaakt aan een schending van de wetenschappelijke integriteit”.
De commissie heeft alle onderdelen van de klacht „nauwkeurig gewogen”, aldus het persbericht. De bezwaren van dr. Van den Brink zijn „ongegrond verklaard” en de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening is „niet geschonden”. Dat betekent dat de wetenschappelijke integriteit van dr. Mulder „niet in het geding” is en dat er „geen sprake” is van plagiaat, het overnemen van teksten zonder de afkomst daarvan te vermelden.
Het college van bestuur van de VU heeft het advies van het CWI overgenomen. Overigens kunnen „klager en beklaagde” zich binnen zes weken wenden tot het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit voor een nader advies. „Er is echter geen enkele aanleiding om te denken dat een van hen in beroep gaat”, zegt prof. Van Vlastuin desgevraagd. „En als dat al het geval zou zijn, dan blijft dat buiten de publiciteit, gezien de vertrouwelijkheid van deze procedure.”
Duidelijkheid
Dr. Mulder en dr. Van den Brink gaan desgevraagd niet in op de uitspraak van de VU. Voor dr. Mulder is het „goed dat er duidelijkheid is gekomen over de geuite klachten en vooral dat zijn blazoen is gezuiverd”, meldt prof. Van Vlastuin in de persverklaring. Daarin zegt ds. Mulder: „Ik ben blij met de gemotiveerde beslissing van de VU.”
Prof. Van Vlastuin: „Ik heb gemerkt dat de commissie zeer grondig te werk is gegaan. Elk onderdeel van de klacht is minutieus getoetst.” Hij is blij met de eenduidige conclusie. „Het is goed nieuws voor de promovendus, de promotoren, de promotiecommissie en uiteindelijk ook voor het geheel van de faculteit en de universiteit.”
Dr. Van den Brink zegt in de persverklaring dat het „een geruststelling” is dat de wetenschappelijke integriteit van dr. Mulder niet in het geding is.
Prof. Van Vlastuin zegt desgevraagd: „Ik heb begrepen dat dr. Van den Brink er achteraf spijt van heeft de kritiek op het proefschrift van dr. Mulder op Refoweb.nl te hebben gegeven.”