Ojdanic meldt zich bij Joegoslavië-tribunaal
De voormalige commandant van het Joegoslavische leger generaal Dragoljub Ojdanic heeft zich donderdag gemeld bij het VN-tribunaal in Den Haag, dat hem heeft aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden in Kosovo.
Ojdanic (60) arriveerde met een lijnvlucht uit Belgrado op Schiphol, vergezeld van zijn vrouw en een advocaat. Voor zijn vertrek zei hij zich „net als elke andere held” te voelen en niets te vrezen en zich nergens voor te schamen. Hij zei voor het tribunaal zijn onschuld te willen aantonen en de eer van de Joegoslavische soldaten te zullen verdedigen.
De generaal, die commandant van het Joegoslavische leger in Kosovo was op het moment dat zijn mannen 800.000 mensen van huis en haard verdreven, is de eerste van zes verdachten die hebben laten weten dat zij zich vrijwillig zouden melden. In totaal staan 24 Serviërs op de lijst van verdachten die door het VN-tribunaal worden gezocht in verband met oorlogsmisdaden in de Balkan.
Het huidige Joegoslavische leiderschap heeft vorig jaar al oud-president Slobodan Milosevic naar Den Haag gestuurd. Het staat onder sterke Westerse druk om de overige gezochte verdachten uit te leveren op straffe van stopzetting van financiële hulp.
Eerder deze maand aanvaardde het Joegoslavische parlement een wet die de uitlevering van verdachten mogelijk maakt. De verdachten kregen tot maandag de tijd zich te melden. Behalve Ojdanic hebben Nikola Sainovic, (voormalig medewerker van Milosevic) Milan Martic (voormalig leider van Servische rebellen in Kroatië), de voormalige legerofficieren Mile Mrksic en Vladimir Kovacevic en de voormalige Bosnisch-Servische gevangenbewaarder Momcilo Gruban van die gelegenheid gebruik gemaakt. De namen van de achttien overige verdachten, onder wie de voormalige politieke en militaire leiders van de Bosnische Serviërs Radovan Karadzic en Ratko Mladic, zijn ter voorbereiding van hun eventuele aanhouding door de autoriteiten bij een rechtbank in Belgrado gedeponeerd.