Buitenland

Syrische troepen weg uit noorden Libanon

Het Syrische leger lijkt vaart te zetten achter de gefaseerde terugtocht uit buurland Libanon. Vrijdag zijn alle in het noorden gelegerde militairen vertrokken. Ondertussen houdt de politieke crisis in het Libanon aan.

RTR/AFP
12 March 2005 00:26Gewijzigd op 14 November 2020 02:19

Volgens een Libanese militaire bron zouden in totaal 3800 Syrische militairen hun posities in het noorden hebben opgegeven. De Syrische inlichtingendiensten moeten nog wel worden geëvacueerd, aldus de bron. De Syrische inlichtingendiensten zouden nog steeds zes kantoren in het noorden van het land zitten.

Syrië heeft 14.000 soldaten in Libanon. De Syrische president Assad kondigde onlangs aan dat ze eerst naar de Bekaavallei, in het oosten van Libanon, worden verplaatst en daarna naar de Syrisch-Libanese grens. De eerste fase van de Syrische hergroepering begon dinsdag en neemt een week tot tien dagen in beslag. Damascus besloot hiertoe na zware Libanese en internationale druk. De eerste terugtrekking treft 6000 Syriërs, gestationeerd in Noord-Libanon en in de bergen rond Beiroet.

President Assad heeft vandaag een ontmoeting met de speciale VN-gezant Terje Roed-Larsen in Damascus. Larsen liet voor zijn vertrek naar het Midden-Oosten weten dat hij verwacht dat de Syrische president hem een duidelijk tijdschema voor de militaire terugtocht presenteert. De VN-Veiligheidsraad heeft dit geëist, maar Assad heeft tot nu toe alleen in vage bewoordingen een periode van enkele maanden genoemd.

De roep om het vertrek van Syrische soldaten groeide na de moordaanslag op de Libanese ex-premier Hariri. De Libanese oppositie wees onmiddellijk met de beschuldigende vinger in de richting van Syrië en pro-Syrische regering in Libanon. Na de felle protesten ruimde de regering van premier Karami tien dagen geleden het veld.

President Emile Lahoud van Libanon heeft Karami inmiddels weer gevraagd een nieuwe regering te vormen. Karami wil met de oppositie een kabinet van nationale eenheid vormen om de crisis in het land te bezweren. De nieuwe regering moet het land besturen tot de parlementsverkiezingen in mei.

De Libanese premier Karami liet vrijdag weten pessimistisch te zijn over zijn kansen om te komen tot een regering van nationale eenheid. Dat zei hij in een vraaggesprek met de Arabische krant Asharq al-Awsat. In het interview zei Karami dat hij vastbesloten is een dialoog aan te gaan met de oppositie, maar dat hij niet optimistisch is over de uitkomst.

De oppositie staat niet te trappelen om in zee te gaan met Karami. De christelijke oppositiebeweging Qornet Shahwan stelde vrijdag dat diens herbenoeming door Lahoud een duidelijk teken dat de overheersing van Libanon door buurland Syrië nog lang niet ten einde is.

In het interview met Asharq al-Awsar heeft Karami vrijdag ook gezegd dat internationale waarnemers welkom zijn bij de komende parlementsverkiezingen. Het is voor het eerst dat een Libanese regeringsleider de idee van internationale waarnemers bij verkiezingen niet verwerpt. Karami zei dat hij een delegatie van het Carter Centrum van de Amerikaanse oud-president Jimmy Carter zou verwelkomen bij de verkiezingen. Het Carter Centrum stuurt wereldwijd waarnemers naar verkiezingen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer